Ordening 1KMH

H3. Ordening
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3. Ordening

Slide 1 - Slide

3.1 organismen ordenen
1 Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.


2 Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 2 - Slide

Kenmerken
Eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen

• Celkern
• Celwand
• Bladgroenkorrels

Slide 3 - Slide

Verdeeld in twee groepen
1. Organismen met celkern
(Eukaryoten)

2. Organismen zonder celkern
(Prokaryoten)

Slide 4 - Slide

Welke 4 rijken kennen we?
A
Dieren, schimmels, planten, bacteriën
B
Schimmels, mensen, planten dieren

Slide 5 - Quiz

De 4 rijken

Slide 6 - Slide

Verschil in cellen






celwand,   bladgroenkorrels, celkern

Slide 7 - Slide

organismen behoren
tot zelfde soort


• als ze zich samen kunnen voortplanten,
• en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 8 - Slide

diverse rassen, 1 soort

Slide 9 - Slide

Indeling leven op aarde (Mavo)

Slide 10 - Slide

De cellen van de rijken (Mavo)

* Celkern
* Bladgroenkorrels
* Celwand

Slide 11 - Slide

3.2 Dieren
3 Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.


4 Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.


5 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 12 - Slide

Symmetrie

Slide 13 - Slide

uitwendig skelet

Slide 14 - Slide

inwendig skelet

Slide 15 - Slide

Zeven stammen

Slide 16 - Slide

Uit hoeveel stammen bestaan het dierenrijk?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 17 - Quiz

We delen stammen van dieren in, door te kijken naar:
A
Hoeveelheid poten
B
Lichaamsvorm
C
Symmetrie
D
Huidsoort

Slide 18 - Quiz

Welke stammen hebben geen skelet?
A
Geleedpotigen en gewervelden
B
Holtedieren en wormen
C
Stekelhuidigen en sponzen
D
Sponzen en wormen

Slide 19 - Quiz


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 20 - Quiz


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 21 - Quiz


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 22 - Quiz

Welke symmetrie heeft dit dier?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 23 - Quiz

De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch

Slide 24 - Quiz

3.3 Planten (kader)
6 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 25 - Slide

Indeling planten
- Zaadplanten
- Sporenplanten

Slide 26 - Slide

Zaadplanten
Planten met wortels, stengels, bladeren en bloemen

Zaadplanten hebben bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.


Slide 27 - Slide

Sporenplanten
Planten met wortels, stengels en bladeren, maar geen bloemen

- Varens
- Mossen

Slide 28 - Slide

Mossen
Sporenplant

Kleine plantjes in groepjes bij elkaar

Sporendoosjes


Slide 29 - Slide

Varens
Sporenplant

Sporenhoopjes

Onderkant blad

Slide 30 - Slide

3.2 Overeenkomst en verwantschap


4 Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.


5 Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap

Slide 31 - Slide

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn. 

Slide 32 - Slide

Evolutie
Soorten;
Ontstaan
veranderen en 
verdwijnen

Verwantschap ->

Slide 33 - Slide

Variatie
Selectie

Slide 34 - Slide

Vrijdag SO 3.1 t/m 3.3

Slide 35 - Slide