3.2 Chili brandt

3.3 Chili brandt
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.3 Chili brandt

Slide 1 - Slide

Programma
Nakijken §1 
LU §2
Maken §2 - rest van de vragen
Invullen uittreksel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Twee soorten vulkanen

Slide 8 - Slide

Schildvulkanen

  • Divergentie
  • Dunne magma
  • Niet explosief


Slide 9 - Slide

Statovulkanen

  • Convergentie
  • Stroperge magma
  • Explosief


Slide 10 - Slide

Hotspot

  • Mantelpluim
  • brandt door aardkorst heen en vormt vulkaan
  • Aardkorst schuift over hotspot, vulkaan "drijft" verder
  • Schildvulkaan
  • Effusief

Slide 11 - Slide

Hotspots 

Slide 12 - Slide

Gesteentekringloop

Slide 13 - Slide

Soorten gesteente
  • Sedimentgesteente
  • Verweringsmateriaal dat in gesteente verandert
  • Metamorf gesteente
  • Gesteente ondergaat verandering door hoge druk / hitte
  • Stollingsgesteente
  • ontstaat door het stollen van magma of lava 
          

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

actieve vulkaan
slapende vulkaan
dode vulkaan
Deze vulkaan barst af en toe uit
Deze vulkanen hebben al lang niet gewerkt, maar dat kan veranderen
Deze vulkanen barsten nooit meer uit

Slide 16 - Drag question

Deze vulkaan is
A
een stratovulkaan
B
een schildvulkaan
C
een hotspot

Slide 17 - Quiz

De lava van een stratovulkaan is
A
dik en stroperig
B
erg vloeibaar

Slide 18 - Quiz

Strato vulkanen zijn explosief
omdat:
A
Het magma stroperig dun is.
B
De druk in de magmakamer langzaam wordt opgebouwd
C
Het magma stroperig is met gassen.
D
De druk in de magmakamer snel wordt opgebouwd

Slide 19 - Quiz

Een hotspot
A
kan midden op een plaat voorkomen
B
komt voor bij convergente breuken

Slide 20 - Quiz

Welke drie soorten gesteenten maken deel uit van de gesteentekringloop?
A
stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten
B
marmer, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten
C
stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en kalksteen
D
marmer, kalksteen en stollingsgesteenten

Slide 21 - Quiz

Subductie is?
A
Het duiken van een continentale plaat onder een oceanische plaat
B
Het duiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat
C
Twee oceanische platen die botsen
D
Twee continentale platen botsen

Slide 22 - Quiz

Bij subductie:
A
Ontstaat aardkorst
B
Verdwijnt aardkorst

Slide 23 - Quiz

Bij subductie ontstaan er:
A
effusieve stratovulkanen
B
explosieve stratovulkanen
C
effusieve schildvulkanen
D
explosieve schildvulkanen

Slide 24 - Quiz