Een begrippenlijst is een lijst met de definitie van de dikgedrukte woorden.
Bij biologie is het heel belangrijk dat je de definitie van de dikgedrukte wooren kent om vragen te kunnen beantwoorden.
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat een begrip en wat een definitie is.
Ik kan de definitie geven van biologie.
Ik kan de definitie geven van een organisme.
Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Slide 6 - Slide
Biologie
Slide 7 - Mind map
Biologie
Biologie isde leer van het leven.
Biologie = het begrip
De leer van het leven = de definitie
Het woord ‘biologie’ is samengesteld uit de Griekse woorden bios en logos. Deze woorden staan voor: ‘leven’ en ‘wetenschap’ of ‘de leer van’.
Slide 8 - Slide
Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET
Slide 9 - Drag question
Sleep de levenskenmerken die genoemd worden in de tekst naar het vak.
Het is woensdagavond. Op woensdagavond gaat Sem altijd tennissen. Hij is heel fanatiek en na een wedstrijd staat hij dan ook flink te hijgen. Als hij weer thuis is, drinkt hij altijd een lekker glas chocolademelk. Daarna kan hij altijd goed slapen.
Welke drie levensverschijnselen lees je in het stukje tekst over Sem?
Genoemde levenskenmerken
Ademhalen
Bewegen
Voortplanten
Uitscheiden
Voeden
Groeien
Waarnemen
Slide 10 - Drag question
Een organisme
Als iets leeft, dan noemen we dat een levend wezen. De officiële naam is een organisme.
Dus: een organisme is een levend wezen.
Wat bedoelen we met leven? En wat is het tegenovergestelde van leven? Dood of levenloos? Is levenloos hetzelfde als dood?
Het wordt zo wel erg ingewikkeld. Daarom is er afgesproken door alle wetenschappers, dat elk begrip één betekenis krijgt. Afgesproken!?
Slide 11 - Slide
Levend - dood - levenloos
Iets is levend als het levensverschijnselen vertoont.
Iets is dood als het geen levensverschijnselen meer vertoont.
Iets is levenloos als het nooit levensverschijnselen heeft vertoond.
Slide 12 - Slide
Oefenen!
Bekijk de afbeelding/lees de vraag en geef het juiste antwoord.
Slide 13 - Slide
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 14 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 15 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 16 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 17 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 18 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 19 - Quiz
Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.
4 = organisme
Erboven zit:
3 = populatie
2 = ecosysteem
1 = biosfeer
Slide 20 - Slide
Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.
4 = organisme
Eronder zit:
5= orgaanstelsel
6= orgaan
7= weefsel
8= cel
9= celorganel
10= molecuul
Slide 21 - Slide
Organisatieniveaus
Misschien vind je dit lastig voor de stellen.
Daarom oefenen we met:
- Verrekijkers(organisme, populatie, ecosysteem)
- Blote oog (organisme, orgaanstelsel, orgaan)
- Microscoop (weefsel, cel)
Slide 22 - Slide
Geef de definitie van een organisme
Slide 23 - Open question
Terugblik
Ik weet wat een begrip en wat een definitie is.
Ik kan de definitie geven van biologie.
Ik kan de definitie geven van een organisme.
Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Slide 24 - Slide
Wat heb je onthouden deze les?
Slide 25 - Open question
Leerdoelen check: Ik weet wat een begrip en wat een definitie is. Ik kan de definitie geven van biologie. Ik kan de definitie geven van een organisme. Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
A
Makkie!
B
Ik weet niet wat een begrip is.
C
Ik weet niet wat een definitie is.
D
Ik moet het even rustig nalezen.
Slide 26 - Quiz
Is de zin groei of ontwikkeling? Sleep de zinnen naar het juiste vak.
Groei
Ontwikkeling
Bij pasgeboren konijnen gaan de oogjes open
De lichaamslengte van een kalfje wordt groter
Tanden en kiezen van honden worden gevormd.
Het gewicht van een kalfje neemt toe.
Bij jonge konijnen wordt vachthaar gemaakt.
In de uier van koeien ontstaan melkblaasjes
Slide 27 - Drag question
Zet de stappen van de levenscyclus van een plant in de juiste volgorde
Zaad
Volwassenplant
Ontkieming
Bloei
Kiemplant
Levenscyclus
Slide 28 - Drag question
Metamorfose is...
A
Verandering van de bouw van een organisme
B
Verandering van de levenswijze van een organisme
C
Verandering in de bouw en levenswijze van een organisme