1.1 Hoe ontstond de industrie

Westerse wereldrijken
1.2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Westerse wereldrijken
1.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning

Slide 3 - Slide

LEERDOELEN 1.1  
Aan het einde van deze paragraaf: 
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de  productie verliep 
     
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;
     
  • kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep;
      
  • weet je wat door de industrie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Oude krachten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Stoommachine 
Stoommachine van James Watt (England)
Begin van de industriële revolutie. Niet meer werken met de hand maar met machines

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

De industriële revolutie is begonnen in...
A
Engeland
B
Nederland
C
Duitsland
D
België

Slide 18 - Quiz

Deze 'lesson up' gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 19 - Quiz

Wat zijn gevolgen van de industriële revolutie?
A
Veel productie in korte tijd
B
Kinderarbeid
C
Veel bouw van fabrieken
D
Lange werkdagen

Slide 20 - Quiz

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 21 - Quiz

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De tractor
B
De katoenplukmachine
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 22 - Quiz

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 23 - Quiz

klaar met je weektaak
Ga naat blz 42 en schrijf de begrippen van 1.1  en hun betekenis op een blaadje.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

aan de slag!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link