Rekenen met inhoud en verschillende maateenheden

Rekenen met inhoud en verschillende maateenheden

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun jij de inhoud van een balk berekenen en verschillende maateenheden gebruiken om maten om te zetten.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren en waarom het belangrijk is.

Wat weet jij al over het meten van inhoud en verschillende maateenheden?

Wat is een balk?

Een balk is een driedimensionale figuur die eruitziet als een rechthoek. Het heeft een lengte, breedte en hoogte.

Gebruik een afbeelding om een ​​balk te laten zien en vraag de leerlingen om de kenmerken van een balk te noemen.

Hoe bereken je de inhoud van een balk?

De inhoud van een balk bereken je door de lengte, breedte en hoogte met elkaar te vermenigvuldigen. Hierbij gebruik je de formule: lengte x breedte x hoogte.

Doe een voorbeeld voor en laat de leerlingen oefenen met het berekenen van de inhoud van een balk.

Verschillende maateenheden

Er zijn verschillende maateenheden om de inhoud van een balk te meten, zoals kubieke centimeters (cm³), kubieke meters (m³) en liter (L).

Laat de leerlingen de verschillende maateenheden noemen die ze al kennen en leg uit hoe ze worden gebruikt.

Omzetten van maateenheden

Als je de inhoud van een balk meet in kubieke centimeters, kun je deze omzetten naar kubieke meters of liters. Bijvoorbeeld: 1000 cm³ = 1 L.

Laat de leerlingen oefenen met het omzetten van maateenheden met behulp van voorbeelden.

Oefensommen

Maak de volgende sommen:
1) Bereken de inhoud van een balk met een lengte van 5 cm, breedte van 3 cm en hoogte van 4 cm.
2) Hoeveel liter is 5000 cm³?

Laat de leerlingen de sommen maken en bespreek de antwoorden in de klas.

VMBO-niveau

Deze les is geschikt voor leerlingen op VMBO-niveau en is bedoeld voor leerlingen van 14 jaar en ouder.

Leg uit waarom deze les geschikt is voor leerlingen op VMBO-niveau en hoe het aansluit bij hun leerdoelen.

Samenvatting

We hebben geleerd hoe je de inhoud van een balk berekent en verschillende maateenheden gebruikt om maten om te zetten. Door te oefenen met sommen kun je deze vaardigheden verder ontwikkelen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.