Quiz politiek Online

Welke afbeelding hoort niet in het rijtje thuis? Leg je antwoord uit.
1 / 37
next
Slide 1: Open question
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welke afbeelding hoort niet in het rijtje thuis? Leg je antwoord uit.

Slide 1 - Open question

LINKS
RECHTS
MIDDEN

Slide 2 - Drag question

Welk begrip/afbeelding hoort bij democratie en welke bij dictatuur?
Democratie
Dictatuur
Leger heeft de macht.
Zelf kiezen welk geloof je hebt.

Slide 3 - Drag question

Gelijkheid
Vrijheid
Grote overheid
Kleine overheid
Samenwerken
Geld moet eerlijk verdeeld worden.
Iedereen zorgt voor zichzelf. 

Slide 4 - Drag question

Zet de stappen van een wetsvoorstel naar een nieuwe wet in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 5 - Drag question

Wat is politiek?
A
Keuzes maken
B
Alles wat we doen
C
de gemeente bellen
D
Iets met politie

Slide 6 - Quiz

Mensen die van politiek hun werk maken noemen we
A
Mafketels
B
Ambtenaren
C
Ministers
D
Politici

Slide 7 - Quiz

Deze politieke partij is rechts
A
D66
B
VVD
C
PvdA
D
PvdD

Slide 8 - Quiz

Deze politieke partij is links:
A
VVD
B
PVV
C
Christenunie
D
SP

Slide 9 - Quiz

Wat vinden linkse politieke partijen super belangrijk?
A
Zo min mogelijk regels
B
Gelijkheid
C
Vrijheid

Slide 10 - Quiz

In welke stad bevindt zich het politiek hart van Nederland?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 11 - Quiz

De inwoners hebben veel grondrechten in een ...
A
democratie
B
dictatuur
C
beide

Slide 12 - Quiz

Welk land heeft een dictatuur?
A
Zweden
B
China
C
Nederland
D
Denemarken

Slide 13 - Quiz

Hier zijn er meer rechten dan plichten.
A
Dictatuur
B
Democratie

Slide 14 - Quiz

Een land waarin de macht bij het volk ligt, is een..
A
Dictatuur
B
Democratie

Slide 15 - Quiz

Je kunt niet zomaar iets via Google of Facebook opzoeken
A
Dictatuur
B
Democratie

Slide 16 - Quiz

Een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
democratie
B
dictatuur

Slide 17 - Quiz

Een persoon of kleine groep is de baas van het land, dit is een...
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 18 - Quiz


Wie zie je hier?
A
tweede kamerleden
B
gemeenteraad van Amsterdam
C
de regering
D
de koning en zijn vrienden

Slide 19 - Quiz

Wie mag besluiten om een voetbalwedstrijd niet door te laten gaan in de gemeente?
A
Burgemeester
B
Hoogste wethouder
C
Gemeenteraad
D
Politie

Slide 20 - Quiz

Wat is een taak van de Tweede Kamer?
A
De Eerste Kamer controleren
B
De ministers controleren
C
de Tweede Kamer controleren
D
ze doen alles in de politiek

Slide 21 - Quiz

LINKS
RECHTS
MIDDEN

Slide 22 - Drag question

De leden van de gemeenteraad worden door de bevolking gekozen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer
A
150
B
76
C
75
D
250

Slide 24 - Quiz

Democratie betekent dat
A
de koning regeert.
B
het volk regeert.
C
alleen rijke mensen regeren.

Slide 25 - Quiz

Welk begrip/afbeelding hoort bij democratie en welke bij dictatuur?
Democratie
Dictatuur
Leger heeft de macht.
Zelf kiezen welk geloof je hebt.

Slide 26 - Drag question

Wethouders hebben dezelfde taken als ...
A
de koning.
B
de burgemeester.
C
de gemeenteraad.
D
ministers.

Slide 27 - Quiz

Wie stemt/stemmen over de plannen in een gemeente?
A
de gemeenteraad
B
de burgemeester
C
de wethouders
D
college van B & W

Slide 28 - Quiz

Gelijkheid
Vrijheid
Grote overheid
Kleine overheid
Samenwerken
Geld moet eerlijk verdeeld worden.
Iedereen zorgt voor zichzelf. 

Slide 29 - Drag question

Wie controleert of de burgemeester en wethouders goed hun werk doen?
A
De burgers
B
Ambtenaren
C
Een speciale commissie
D
Gemeenteraad

Slide 30 - Quiz

Bij landelijke verkiezingen stemmen we voor de
A
regering.
B
minister-president.
C
leden van de Eerste Kamer.
D
leden van de Tweede Kamer.

Slide 31 - Quiz

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Minister-President Rutte
B
De voorzitter van de Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
De voorzitter van het parlement

Slide 32 - Quiz

Een lid van de tweede kamer is gekozen door burgers; een minister niet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 34 - Quiz

Wie maken (of maakt) er wetsvoorstellen?
A
De ministers
B
De koning
C
De staatssecretaris
D
De Eerste Kamerleden

Slide 35 - Quiz

Zet de stappen van een wetsvoorstel naar een nieuwe wet in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 36 - Drag question

Klaar!

Slide 37 - Slide