14.4 Duurzaam kiezen


Hoofstuk 14: 
Duurzaam leven
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson


Hoofstuk 14: 
Duurzaam leven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
De leerling weten wanneer je milieubewust bezig bent en kunnen daar voorbeeld bij noemen.
De leerlingen kunnen benoemen wanneer voedsel duurzaam is.


Slide 2 - Slide

Wanneer ben je milieubewust? (blz 248)

Milieubewust/duurzaam betekent; dat je geen dingen doet die schadelijk zijn voor het milieu.

Cradle to cradle (blz 249):
Als spullen volledig gemaakt van gerecycled
materiaal!!!
De grondstoffen moeten steeds weer opnieuw 
gebruikt kunnen worden. 
Er is dus sprake van een gesloten kringloop.

Slide 3 - Slide

Wanneer is je voedsel duurzaam? (blz 248)
  1. Mestinjectie ipv verspreiding
  2. Niet teveel mineralen (kunstmest) op het land brengen



Biologische landbouw:
  1. Dierlijke mest en compost
  2. Geen chemische gewasbeschermingsmiddelen (biologische plaagbestrijding)
  3. Rekening houden met dierenwelzijn

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Stel dat je een week geen vlees mag eten. Hoe zou je dat vinden?
A
Nee! Dat overleef ik nooit!!!
B
Ik eet toch al niet elke dag vlees, dus het zal wel lukken
C
geeft niet, ik eet toch nooit vlees
D
anders ....

Slide 6 - Quiz

Ik eet vlees
A
dagelijks
B
af en toe
C
nooit

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Opdracht:
maak een tabel met twee kolommen zoals hieronder 
voordelen
nadelen 
Vlees eten: 
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

voordelen
nadelen 
Vlees eten: 

Slide 11 - Slide

Stel dat je een week geen vlees mag eten. Hoe zou je dat vinden?
A
Nee! Dat overleef ik nooit!!!
B
Ik eet toch al niet elke dag vlees, dus het zal wel lukken
C
geeft niet, ik eet toch nooit vlees
D
anders ....

Slide 12 - Quiz

Wanneer is je voedsel duurzaam? (blz 250)
Biologische boeren werken zo veel mogelijk
volgens natuurlijke voedselkringloop!
(koolstofkringloop)

Dus via:
1 P...........
2 C..........
en
3 R...........

Slide 13 - Slide

Koolstofdioxide
Voeding
Planten
Water
Mineralen
Bodemdieren
Mest
Schimmels en bacteriënn

Slide 14 - Drag question

Hoe verminder je het broeikaseffect? (blz  252)

  1. Minder electriciteit gebruiken
  2. Minder gas gebruiken
  3. Duurzame energie gebruiken;
  • zonne-energie
  • windenergie   
  • biobrandstoffen => Biogas (afval) en biodiesel (algen)

Slide 15 - Slide

Wat helpt tegen luchtvervuiling? (blz 255)
  1. Fabrieken moeten schadelijke rook filteren
  2. Auto's moeten een katalysator in hun uitlaat hebben
  3. Dieselauto's moeten een roetfilter hebben



De hoeveelheid roet die een auto uitstoot na 
100.000km rijden zonder roetfilter en met een
roetfilter.

Slide 16 - Slide

Wat leveren milieubewuste keuzes op?

 Deze milieubewuste maatregelen dragen allemaal bij aan duurzaamheid ofwel een duurzame ontwikkeling.


Als we nu zuinig zijn met energie (brandstoffen) en grondstoffen en het milieu minder vervuilen, dan kunnen mensen in de toekomst ook nog een comfortabel leven leiden.

Slide 17 - Slide

Welke keuzes/veranderingen kun jij maken zodat je duurzamer bezig bent?

Slide 18 - Open question

Aan de slag
Wat? Maken Paragraaf 14.4: zie studiewijzer in classroom
Hoe? ZS
Klaar? Kijk of je dit deel van 14.4  voor jezelf helder kunt opschrijven (samenvatten) 

Slide 19 - Slide