2023-02-01 Groep A-rood

Wat gaan we doen?
Huiswerk nakijken
Wat ben je aan het doen?
Leestekst: 'Van wie hou je het meest?'
Woorden oefenen
Portfolio gedicht schrijven
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Huiswerk nakijken
Wat ben je aan het doen?
Leestekst: 'Van wie hou je het meest?'
Woorden oefenen
Portfolio gedicht schrijven

Slide 1 - Slide

blz. 95 opdracht 5 
1. Karlijn durft niet in het zwembad te springen.
2. De kinderen zijn vergeten af te wassen.
3.  De docent probeert goed les te geven.
4. Ik besluit vroeg op te staan.
5. Alex en Olga beginnen in Rotterdam te werken.
6. Ik beloof op tijd aan te komen.

Slide 2 - Slide

 Nakijken blz. 95 opdracht 6
1. morgen weer op zijn werk | Aron | probeert | zijn | te | .
2. De docent | blijven | Bas | langer | te | vraagt | .
3. durft | niet naar spannende films | Felix | kijken | te | .
4. proberen | repareren | De jongens | te | hun fiets | .
5. vaak mijn medicijnen | halen | ik | vergeet | te | .

Slide 3 - Slide

Aan het + hele werkwoord
Wat ben je aan het doen?

Ik ben aan het voetballen.



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat ben je aan het doen?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat ben je aan het doen?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Wat doet hij?

Slide 10 - Open question

Huiswerk
Van A tot zin les 3.10
 blz. 98 en 99.
bladen uitdelen

Klare taal blz. 109 maken opdracht 1, 2, 3 en 4.

Slide 11 - Slide

Leestekst
Van wie hou je het meest?

Slide 12 - Slide

Woord raden
1 leerling naar voren
krijgt woord te zien
terug groepje
teken het woord
Raden
NIET PRATEN

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

'Elf, geen woord te veel'
Schaduw
bewegende vlek
dansend tegen de buitenmuur
kan hij ons afluisteren?
griezel!

Slide 15 - Slide

'Elf, geen woord te veel'
1
2
3
4
5

Slide 16 - Slide

Elf
Kies een woord uit de lijst houden van en verliefd 
1.  Schrijf het woord op 
 

Slide 17 - Slide

Elf
A Kies 1 woord uit de lijst 
1.  Schrijf het woord op 

B Hoe ziet het of hij/zij eruit?
2. Schrijf 2 woorden op
 

Slide 18 - Slide

Elf
C Wat doet het of hij/zij, waar is het? 
3.  Schrijf op in 3 woorden 

D Wat wil je vragen aan het/hem of haar?
4. Schrijf op in 4 woorden
 

Slide 19 - Slide

Elf
 D Wat wil je vragen aan het/hem of haar?
4. Schrijf op in 4 woorden
 
E Denk na over een spannend of gek antwoord
5. Schrijf op in 1 woord

Slide 20 - Slide

Elf
1 schooltijd
 2 zwart getal
3 tikkend tegen binnenmuur
4 kan zij ons afluisteren?
 5 wereldwijd

Slide 21 - Slide

Wij hebben .........
A
gepraat
B
gepraad
C
gepraten
D
geprat

Slide 22 - Quiz

Zij heeft het boek ..........
A
gepakken
B
gepakd
C
gepakt
D
gepaakt

Slide 23 - Quiz

studeren
A
Hij heeft gestudeert
B
Hij is gestudeerd
C
Hij heb gestudeerd
D
Hij heeft gestudeerd

Slide 24 - Quiz

Wij hebben .........
A
gespeelt
B
gespelen
C
gespeeld
D
gespeld

Slide 25 - Quiz

Ik heb je .........


A
geopbeld
B
opgebeld
C
opgebelt
D
geopbelt

Slide 26 - Quiz

De les is .........
A
gebegonnen
B
gebegint
C
begonen
D
begonnen

Slide 27 - Quiz

Waar heb je ........?
A
gewoond
B
gewoont
C
gewond
D
gewont

Slide 28 - Quiz