Spelling - H3.8 - meervouden en samenstellingen

Spelling - H3.8 - meervouden en samenstellingen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling - H3.8 - meervouden en samenstellingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Doelen:  
In deze les leer je:
  • woorden in het meervoud zetten
  • samenstellingen maken




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen
  • leestekens
  • hoofdletters 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn leestekens?
A
Punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
B
Hoofdletter, alinea, en namen
C
Afspraken
D
Alle letters in een tekst

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Januari
B
januari

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vul op de juiste plek de komma in:
Joas heeft 2 cavia's een vis en een kat.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Leg uit wat het verschil in betekenis is:
Mijn papa is aardig, lang en intelligent.
Mijn papa is aardig lang en intelligent.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Meervoud

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Uitleg filmpje

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hieronder staan drie woorden. Kies bij elk zelfstandig naamwoord de juiste spelling van het meervoud.
1 Een bedrijf, twee …

A
bedrijven
B
bedrijfen
C
bedrijffen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Van welk zelfstandig naamwoord bestaat geen meervoud?
A
Paprika
B
Komkommer
C
Sla
D
Aardbei

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Van welk zelfstandig naamwoord kun je 2 meervoudsvormen schrijven?
A
Kerk
B
School
C
Sportclub
D
Museum

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Van welk zelfstandig naamwoord bestaat alleen een meervoudsvorm?
A
Hersenen
B
Borden
C
Tafels
D
Accu's

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
voetbalwedstrijd

Slide 15 - Slide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Tussenletter 'n' in samenstelling
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft, dan schrijf je dat ook in de samenstelling.
Dus:
beukennootje
fietsenstalling

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Geen tussenletter 'n' als:
– het eerste deel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -(’)s: tafel + poot = tafelpoot, analyse + fase = analysefase
– het eerste deel geen meervoud heeft: tarwe + meel = tarwemeel
– het eerste deel uniek is: zonnebloem, maneschijn
– het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is: rodekool, reuzefijn

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = Dorpsstraat

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Koppelteken
Koppelteken:
In samenstellingen met als eerste deel een cijfer of afkorting en samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken:
A4-papier, wc-bril, zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Uitlegfilmpje

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maken
H3.8
Opdracht 2 t/m 4, 9 in boek B 
Klaar? Versterk Jezelf online



Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions