Cursus 5 §4 Onbepaald voornaamwoord

Cursus 5 §4
Onbepaald voornaamwoord
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cursus 5 §4
Onbepaald voornaamwoord

Slide 1 - Slide



Onbepaald voornaamwoord
- Theorie
- samen oefenen
- individueel oefenen

Je leert: onbepaalde voornaamwoorden herkennen.



Slide 2 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere: 
iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).  
 
Een onbepaald voornaamwoord verwijst dus naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn. 

Slide 3 - Slide

Onbepaald voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Onbepaald voornaamwoord: 
de verschillen met andere voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

Welke zin heeft geen onbepaald voornaamwoord?
A
Niemand weet wat er aan de hand is.
B
Wat is er aan de hand?

Slide 6 - Quiz

Onbepaald voornaamwoord:
A
daar
B
wie
C
verder
D
men

Slide 7 - Quiz

Welk woord is geen onbepaald voornaamwoord?
A
men
B
ergens
C
derde
D
iets

Slide 8 - Quiz

Aan de slag
Maken in papieren boek:
opdr 1, 2 en 3

Slide 9 - Slide

Drie lastige gevallen: je, het en wat
JE
*'je' is onbep. vnw als het men betekent ==> Je (men) moet omrijden, 
    want de brug is afgesloten


Slide 10 - Slide

Drie lastige gevallen: je, het en wat
HET
* 'het' is onbep. vnw als het niet naar een of meer andere woorden verwijst,
    maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft. 
    Het is avond en het regent, maar het is niet koud buiten.

Slide 11 - Slide

Drie lastige gevallen: je, het en wat
WAT
* 'wat' is onbep. vnw als het iets betekent ==> Kun jij ook wat (iets) meenemen voor de lunch?

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken in papieren boek:
opdr 4 & 6

Slide 13 - Slide