What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Functiewoorden
Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.
1 / 10
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.
Slide 1 - Quiz
Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
B
functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
C
er is geen verschil
D
er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden
Slide 2 - Quiz
Functiewoorden
Vaak voorkomende functiewoorden:
aanbeveling
probleemstelling
tegenwerping
uitwerking
verklaring
weerlegging
Slide 3 - Slide
Functiewoorden
Vaak voorkomende functiewoorden:
aanbeveling:
advies/goede raad
probleemstelling:
probleem omschrijven
tegenwerping:
reactie op een mening/stelling
uitwerking:
extra informatie over een (deel)onderwerp
verklaring:
uitleg waarom iets zo is
weerlegging:
ontkrachting argumentatie
Slide 4 - Slide
Wat is een aanbeveling?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel.
Slide 5 - Quiz
Weerlegging
A
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
B
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
C
Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
D
Formulering van een probleem met de bedoeling het te gaan oplossen
Slide 6 - Quiz
Uitwerking
A
Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
B
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
C
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is
D
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
Slide 7 - Quiz
Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?
A
Aanbeveling
B
Aanleiding
C
Probleemstelling
D
Uitwerking
Slide 8 - Quiz
Functiewoorden.
Wat is een aanbeveling?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel.
Slide 9 - Quiz
https:
Slide 10 - Link
More lessons like this
TNA- H5 Functiewoorden
May 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
May 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
May 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
February 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
June 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Lezen - functiewoorden 2 (h6)
June 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk Lezen 4, 5, 6 (functiewoorden etc.)
April 2024
- Lesson with
15 slides
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3