3 De zakelijke brief

3 De zakelijke brief
Je kunt zakelijke e-mails schrijven.
Je kent het verschil tussen formeel en informeel en kunt daarvan voorbeelden noemen.
Je kunt spellingsregels toepassen.
Je kent de opzet van verschillende tekstsoorten.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3 De zakelijke brief
Je kunt zakelijke e-mails schrijven.
Je kent het verschil tussen formeel en informeel en kunt daarvan voorbeelden noemen.
Je kunt spellingsregels toepassen.
Je kent de opzet van verschillende tekstsoorten.

Slide 1 - Slide

De zakelijke brief
Zakelijk -formeel
Voor informatie, klachten of vragen.
Ook een sollicitatiebrief is zakelijk.
Belangrijk: U i.p.v. jij, begin niet met ik, zorg voor een marge, alle verplichte onderdelen staan links, witregels tussen de onderdelen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De brief op het examen
  • Inhoud: heel belangrijk, kijk goed naar wat je moet schrijven.
  • Taalgebruik: spelling, past het bij de opdracht, alle samengestelde zinnen goed geschreven, check als je iets verandert hebt.
  • Conventies: afspraken over het uiterlijk van de brief (opbouw en marges), Amerikaanse indeling (alle belangrijke onderdelen staan links).

Slide 4 - Slide

Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Slide

Het onderwerp
Zowel in een brief als in een mail staat een onderwerp.
Bij een mail gebruik je daarvoor het woord Betreft: 
  • Betreft schrijf je altijd met een hoofdletter.
  • Na betreft komt een :
  • Na de : komt geen hoofdletter.
  • Na het onderwerp gebruik je geen punt of ander leesteken.

Slide 6 - Slide

De aanhef
De aanhef is de begroeting.
In formele/zakelijke brieven is de aanhef: Geachte 
Geachte heer/ mevrouw (als je de naam niet weet).
Geachte mevrouw Meurs (als je de naam wel weet).
Let op! Gebruik geen voornaam of voorletters.

Slide 7 - Slide

De inleiding
  • Je stelt je voor en schrijft waarom je de brief schrijft.
  • Je begint niet met ik, maar bv. met: Mijn naam is.....
  • De inleiding bestaat uit maximaal 3 zinnen.
  • Nog wat regels:
       Voor en na de inleiding komt een witregel.
       Je stelt jezelf voor.
       Je schrijft waarom je de brief schrijft.

Slide 8 - Slide

De kern
In de inleiding staat waarom je de brief schrijft.
In de kern staat een uitleg over de situatie.
Omschrijf de klacht, stel je vraag of geeft informatie.
Wees duidelijk en concreet.
Zorg voor minimaal 5 zinnen, deze mogen in een alinea.
Wat is de regel voor witregels?

Slide 9 - Slide

Slot en groet
Houd het kort.
Herhaal je doel, wat wil je graag bereiken?
Wees redelijk in je eisen.
Bedank de lezer voor de moeite.

Met vriendelijke groet,
(handtekening voor rechtsgeldigheid)
Jennefer Meurs

Slide 10 - Slide

Een uitgebreid schrijfplan
1. Wat voor een soort tekst ga je schrijven?
2. Voor wie ga je de tekst schrijven?
3. Welke aanspreekvorm gebruik je?
4. Wat is je hoofddoel? Waarom schrijf je de tekst? (informeren, activeren, instrueren, amuseren of overtuigen)
5. Wat is jouw hoofdgedachte?
6. Wat schrijf je achter Betreft: ?
7. Wat staat er in je inleiding, kern en slot?
8. Wat wordt de groet?

Slide 11 - Slide