This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 3: Stop de bloeding en verbandmiddelen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Planning
Les 1
Oriëntatie en introductie
Les 2
Primary survey en Secondary survey
Les 3
Logroll en buikonderzoek
Les 4
Stop de bloeding
Les 5
Reanimatie
Les 6
Oefenen van casussen
Les 7
Oefenen van casussen
Les 8
BOOTCAMP
Planning
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je een bloeding kunt stoppen en welke verbandmiddelen je kunt gebruiken.
Slide 3 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom dit belangrijk is om te weten.
Wat weet je al over het stoppen van bloedingen en verbandmiddelen?
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Stop de bloeding
Bij een ernstige bloeding moet je direct druk uitoefenen op de wond met een (steriel) gaasje of doek.
Slide 5 - Slide
Leg uit hoe je een bloeding stopt en bespreek waarom het belangrijk is om snel te handelen.
Wondverband
Een wondverband gebruik je om een wond te bedekken en te beschermen tegen vuil en infecties.
Slide 6 - Slide
Beschrijf wat een wondverband is en hoe je het gebruikt.
Tourniquet
Een tourniquet is een strakke band die je om een arm of been bindt om een hevige bloeding te stoppen. Gebruik dit alleen als laatste redmiddel!
Slide 7 - Slide
Laat zien hoe je een tourniquet aanbrengt en benadruk dat dit alleen als laatste redmiddel gebruikt moet worden.
Slide 8 - Video
This item has no instructions
Israëlisch wondverband
Een Israëlisch wondverband is een verbandmiddel dat geschikt is voor het behandelen van ernstige wonden. Het bestaat uit een elastisch verband en een drukklem.
Slide 9 - Slide
Beschrijf wat een Israëlisch wondverband is en hoe het gebruikt wordt.
Hemostatisch gaasverband
Een hemostatisch gaasverband bevat stoffen die het bloeden stoppen en de bloedstolling bevorderen. Het is geschikt voor ernstige bloedingen.
Slide 10 - Slide
Leg uit wat een hemostatisch gaasverband is en hoe je het gebruikt.
SBAR
SBAR is een methode om gestructureerd te communiceren over de situatie van een patiënt. SBAR staat voor Situation, Background, Assessment,
Recommendation.
Slide 11 - Slide
Leg uit wat SBAR is en waarom het belangrijk is om gestructureerd te communiceren in een noodsituatie.
Slide 12 - Video
This item has no instructions
Wordt de SBAR methodiek op de juiste manier toegepast?
Slide 13 - Mind map
This item has no instructions
Oefening: verbind een wond
Laat de studenten in tweetallen oefenen met het aanleggen van een wondverband bij een medestudent.
Slide 14 - Slide
Geef de studenten de opdracht om in tweetallen te oefenen met het aanleggen van een wondverband bij een medestudent. Loop rond en geef feedback waar nodig.
Oefening: stop de bloeding
Laat de studenten in tweetallen oefenen met het stoppen van een bloeding met behulp van een gaasje en/of tourniquet.
Slide 15 - Slide
Laat de studenten in tweetallen oefenen met het stoppen van een bloeding met behulp van een gaasje en/of tourniquet. Zorg voor voldoende materiaal en loop rond om te helpen en feedback te geven.
Vragen?
Zijn er nog vragen over het stoppen van bloedingen en verbandmiddelen?
Slide 16 - Slide
Geef de studenten de kans om vragen te stellen en sluit de les af met een samenvatting van de belangrijkste punten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.