Bijeenkomst 1 Periode 2 - Professionele Taalvaardigheid

• Taal
• HBO
• Studiejaar 1

Professionele taalvaardigheid 1

Bijeenkomst 1 - periode 2

Evaluatie toets en diagnostische toets

Hoe ging de toets?

Vragen?

Resultaten eind deze week op Osiris. Hou voor bericht over inzage ItsLearning in de gaten (helaas alleen bij onvoldoende).

Doel vandaag

• Inzicht in je sterke punten en verbeterpunten. 

• Een plan van aanpak om jezelf verder te verbeteren. 

Programma

• diagnostische toets Socrative [15 min.]
  
• bespreken van diagnostische toets [20 min.]
• reflectie [15 min.]
• gelegenheid tot het stellen van vragen [10 min.]

Diagnostische toets

• Ga in je browser of op je telefoon naar www.socrative.com.
  
• Klik rechtsboven op ‘Login’.
  
• Klik op ‘Student Login’.
  
• Vul het kamernummer in: NILS519.
• Noteer de nummers van de vragen die je fout hebt. 

Vervolgopdracht > Noteer vragen, kijk bij Bestanden in dit kanaal, klik hier of ga verder met je eigen oefenmateriaal.

De Socrative kan gekopieerd worden via de volgende link: https://b.socrative.com/teacher/#import-quiz/52754433. 

Bespreking 

Reflectie 

• 1 t/m 11 = werkwoordspelling
• 12 t/m 19 = redekundig ontleden
• 20 t/m  27 = taalkundig ontleden
• 27 t/m 35 = spelling en interpunctie

Volgende colleges

Waarover extra uitleg?

• werkwoordspelling
• redekundig ontleden
• taalkundig ontleden
• spelling en interpunctie

Werkwoordspelling
Hoe spel je?

Nadat je de lastige vragen uit de Socrative besproken hebt, kun je hier controleren of je uitleg is aangekomen door een aantal aanvullende vragen bij de verschillende onderdelen te stellen. Als studenten in de Socrative bijvoorbeeld een fout maakten met 'gebeurd' i.p.v. 'gebeurt', dan kun je hier vragen: 'Hoe spel je 'betekent' in 'Dat heeft veel voor mij betekend?'

Werkwoordspelling
Hoe spel je?

Werkwoordspelling
Hoe spel je?

Redekundig ontleden
Persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp?

Redekundig ontleden
Persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp?

Redekundig ontleden
Persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp?

Taalkundig ontleden
Lidwoord, zelfst. nw., bijv. nw., zelfst. ww., hulpww., koppelww., pers. vnw., bez. vnw., aanw. vnw., voorz., bijw.?

Taalkundig ontleden
Lidwoord, zelfst. nw., bijv. nw., zelfst. ww., hulpww., koppelww., pers. vnw., bez. vnw., aanw. vnw., voorz., bijw.?

Taalkundig ontleden
Lidwoord, zelfst. nw., bijv. nw., zelfst. ww., hulpww., koppelww., pers. vnw., bez. vnw., aanw. vnw., voorz., bijw.?

Spelling en interpunctie
Hoe spel je?

Spelling en interpunctie
Hoe spel je?

Spelling en interpunctie
Hoe spel je?

Vragen?