Les 25-09-2020, rt 2.2 t/m 2.4

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
30 minuten: aan het werk!

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
30 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Aandeel
Obligatie
rendement is dividend
Rendement is rente
Je koopt een gedeelte van een bedrijf
Je leent geld uit aan een bedrijf of de overheid

Slide 2 - Drag question

Wat is dividend?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen:
1. Je kan een banksaldo berekenen.
2. Je kan de rente berekenen.
3. Je kan een tabel aflezen en hiermee rekenen.

HUISWERK: Rekentrainers paragraaf 2.2 t/m 2.4

Slide 4 - Slide

Rekeningafschrift

Daar staat je vorige saldo op, je girale ontvangsten en betalingen en je nieuwe saldo.

Saldo = het bedrag dat op je bankrekening staat


Slide 5 - Slide

Een negatief saldo op je bankrekening is een
A
creditsaldo
B
debetsaldo

Slide 6 - Quiz

banksaldo berekenen
oud saldo + ontvangsten - uitgaven = nieuw saldo

Slide 7 - Slide

Op een bankrekening staat een bedrag van € 50.
In de komende week wordt salaris ontvangen ad € 2.100.
Verder vinden deze week de volgende uitgaven plaats:
huur € 800, verzekeringen € 150, boodschappen € 100 en voorschot gas, water en licht € 190.
Bereken het nieuwe saldo dat op het einde van deze week op de bankrekening staat.
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.
Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.
Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.
(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =










 getal            [ : 100 x ]   percentage



   





 










          deel : geheel x 100


 













       (nieuw-oud) : oud x 100

Rekenen met procenten --> drie formules
1
2
3
VAN

Slide 9 - Slide

Rente bedrag uitrekenen
 spaarbedrag      [  : 100 X  ]      rente% = rente (per jaar)

Slide 10 - Slide

Op je spaarrekening heb je € 240.
Je krijgt 1,5% rente per jaar.
Hoeveel rente krijg je na een jaar?

Slide 11 - Open question

Uitwerking
€240 / 100 x 1,5% = €3,60

Slide 12 - Slide

Op je spaarrekening heb je € 240.
Je krijgt 1,5% rente per jaar.
Hoeveel rente krijg je na 3 maanden?

Slide 13 - Open question

Uitwerking
€240 / 100 x 1,5% = €3,60

€3,60 / 12 maanden = €0,30
€0,30 x 3 maanden = €0,90

Slide 14 - Slide

Op je spaarrekening heb je € 240.
Je krijgt 1,5% rente per jaar.
Hoeveel rente krijg je na 35 weken?

Slide 15 - Open question

Uitwerking
€240 / 100 x 1,5% = €3,60

€3,60 / 52 weken = €0,07
€0,07 x 35 weken = €2,42

Slide 16 - Slide

Je bekijkt van enkele bedrijven de aandelen. Van welke bedrijven zijn de aandelen gedaald?
A
Ahold en Ajax
B
Ajax, KPN en Ahold
C
Ahold en ING Groep
D
Kpn en ING Groep

Slide 17 - Quiz

Stel je hebt op maandag €1000 euro aandelen gekocht bij AJAX. Hoeveel zijn je aandelen dan waard op vrijdag?
A
992
B
1080
C
920
D
1008

Slide 18 - Quiz

Je hebt voor €5000 4,5% obligaties. Hoeveel rente krijg je jaarlijks?

Slide 19 - Open question

Uitwerking
€5000 / 100 x 4,5% = €225,00

Slide 20 - Slide

Wat gebeurt er na 7 jaar met je obligaties?

Slide 21 - Open question

Aan de slag!
Wat? Rekentrainers 2.2 t/m 2.4
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder met de opdrachten van H2.

timer
30:00

Slide 22 - Slide