Argumenteren 4/5 havo

Argumenteren is te leren!
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Argumenteren is te leren!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Noteer zo veel mogelijk signaalwoorden die wijzen op een standpunt

Slide 3 - Mind map

Noteer zo veel mogelijk signaalwoorden die wijzen op een argument

Slide 4 - Mind map

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quiz

[Leerlingen op de havo moeten in vier in plaats van vijf jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 7 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Soorten argumenten
Bekijk het filmpje over de verschillende soorten argumenten.
Noteer welke verschillende soorten argumenten in het filmpje aan bod komen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Redeneringen (argumentatieschema's)

Redenering (argumentatie) = standpunt + argument(en)

In de volgende video wordt uitleg gegeven over de verschillende redeneringen die er zijn. 
Noteer de vijf redeneringen die in het filmpje aan bod komen. 
Je hebt ze daarna nodig in een opdracht.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 13 - Quiz

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 14 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 15 - Quiz

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 16 - Quiz

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 17 - Slide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
Meervoudige argumentatie = één standpunt en meerdere argumenten
  • onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
  • nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt

Slide 18 - Slide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 19 - Slide

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.

Slide 20 - Slide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 21 - Slide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie 

Heel Nederland heeft last van het slechte weer.
In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind.
Terwijl Zuid-Nederland met name te maken had met wateroverlast.

Slide 22 - Slide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxie nemen.
Een taxie kost meer dan zelf rijden.

Slide 23 - Slide

Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.

  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Slide 24 - Slide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 25 - Slide

Argumentatiestructuren
Maak van onderstaande stelling en argumenten een argumentatiestructuur. Noteer ook welke structuur je gebruikt hebt.
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
Je werkt op school onder toezicht.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.

Slide 26 - Slide

Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
De kans dat je je huiswerk maakt, is groter.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Je werkt op school onder toezicht. 
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.

Slide 27 - Slide

Drogredenen
Overtreden van argumentaties (= redeneringen)
  1. Onjuist oorzaak-gevolgrelatie
  2. Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
  3. Overdrijven van voor- en nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Overhaaste generalisatie
  6. Onjuist beroep op autoriteit
  7. Persoonlijke aanval

Slide 28 - Slide

Drogredenen
Overtreden van argumentaties (= redeneringen)
8. Verkeerde vergelijking 
9. Ontduiken bewijslast
10. Cirkelredenering
11. Vertekenen van een standpunt
12. Bespelen van het publiek

Slide 29 - Slide

Sinds de Nederlandse politieagenten hun forse loonsverhoging hebben gekregen, zijn de misdaadcijfers aanzienlijk gedaald.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 30 - Quiz

Over een paar jaar heeft niemand het nog over de Tesla. Er is namelijk geen mens die zo'n auto kan betalen.
A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overdrijven van voor- of nadelen
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 31 - Quiz

De Tweede Kamerleden hebben makkelijk praten als het gaat over inleveren: zij verdienen anderhalve ton per jaar.
A
Persoonlijke aanval
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Vals dilemma
D
Overhaaste generalisatie

Slide 32 - Quiz

Geef mij één goede reden waarom we niet meer aan sport zouden moeten doen.
A
Bespelen van het publiek
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Verkeerde vergelijking

Slide 33 - Quiz

Alleen iemand zonder enig gevoel voor verhoudingen zal kunnen verdedigen dat de Nederlandse ontvangst van de Afrikaanse premier niet beledigend was.
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Bespelen van het publiek
D
Overhaaste generalisatie

Slide 34 - Quiz

Docenten die tegen gepersonaliseerd leren zijn, zijn bang voor verandering.
A
Verkeerde vergelijking
B
Overhaaste generalisatie
C
Vertekenen van het standpunt
D
Vals dilemma

Slide 35 - Quiz

Welk onderdeel van argumentatieleer vind je nog moeilijk?

Slide 36 - Open question

Welk cijfer verwacht je te behalen voor de argumentatietoets?
3-4
4-5
5-6
6-7
7-8
8-9
9-10

Slide 37 - Poll