Taal actief 5, woordenschat thema 2 week 1

Woordenschat  thema 2, week 1
Week 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat  thema 2, week 1
Week 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van deze tekst?

Slide 4 - Open question

Een ander woord voor:
heel bescheiden
A
zelfbewust
B
nederig
C
uit de hoogte
D
het verloop

Slide 5 - Quiz

Wat is een telescoop?

Slide 6 - Open question

Wat betekent piekeren?
A
Er last van hebben dat je een bepaald voorwerp niet hebt.
B
Een wetenschapper die zich bezighoudt met sterrenkunde.
C
Een korte zin die precies weergeeft wat iemand belangrijk vindt.
D
Lang nadenken over een probleem en daar niet mee kunnen stoppen.

Slide 7 - Quiz

Zet de woorden op de juiste
volgorde. Het minste onderaan,
het meeste bovenaan.
uit de hoogte
nederig
zelfbewust
bescheiden

Slide 8 - Drag question

Maak een zin met het woord erven.

Slide 9 - Open question

Wat betekent: de talisman?
A
Een voorwerp dat geluk brengt en je beschermt.
B
Een grote verrekijker die heel sterk vergroot.
C
De manier waarop iets gebeurt of verdergaat.
D
Een wetenschapper die zich bezighoudt met sterrenkunde.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent: essentieel?
A
heel bescheiden
B
met veel zelfvertrouwen
C
heel belangrijk, noodzakelijk
D
heel onbelangrijk

Slide 11 - Quiz

Wat is een astronoom?

Slide 12 - Open question

Wat betekent: triviaal?
A
heel belangrijk, noodzakelijk.
B
heel onbelangrijk
C
de manier waarop iets gebeurt of verdergaat
D
een korte zin die laat zien wat iemand belangrijk vindt

Slide 13 - Quiz

Wat is: het motto?
A
heel erg, buitengewoon
B
voor heel weinig geld
C
geld of spullen krijgen van iemand die overleden is
D
een korte zin die laat zien wat iemand belangrijk vindt

Slide 14 - Quiz