Les 4.5 Geleedpotigen en gewervelden

Geleedpotigen en gewervelden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 4.4
Uitleg basisstof 4.5
Opdrachten maken 4.5
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Om de dieren in te delen in hoofdafdelingen kijken we naar twee kenmerken. Namelijk naar ......
A
... de soort cellen en de symmetrie
B
... de tweezijdige symmetrie en de veelzijdige symmetrie
C
... waar het skelet van gemaakt is en of het inwendig is
D
... naar het skelet en de symmetrie

Slide 3 - Quiz

Deze zeester is:
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 4 - Quiz


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 5 - Quiz

Welke van de afdelingen hebben geen skelet?
A
Gewervelden en stekelhuidigen
B
holtedieren en wormen
C
Wormen en weekdieren
D
Weekdieren en geleedpotigen

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.

  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 7 - Slide

Geleedpotigen         de grootste!!




Ongeveer 1 miljoen van de ruim 1,3 miljoen nog bestaande diersoorten zijn geleedpotigen.

Slide 8 - Slide

Geleedpotigen
Indeling in vier groepen:
  •  veelpotigen
  • kreeftachtigen
  • spinachtigen (gifkakigen)
  • insecten (zespotigen)

Slide 9 - Slide

Gelede poten
Poten zijn opgebouwd uit stukjes:
de leden

Slide 10 - Slide

Gesegmenteerd lichaam
Het lichaam van geleedpotigen zijn opgebouwd uit stukjes.
- Meestal alleen het achterlijf
- Bij veelpotigen het hele lijf 

Slide 11 - Slide

duizendpoten

Slide 12 - Slide

kreeftachtigen

Slide 13 - Slide

spinachtigen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

insecten

Slide 16 - Slide

GEWERVELDEN

Slide 17 - Slide

Kenmerken van gewervelden
Huid: schubben, slijm, veren, haren
Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
Ademhaling: kieuwen of longen
Voortplanting: soort eieren of levendbarende kinderen
Milieu: land, water, lucht

Slide 18 - Slide

5 Klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

   Uitzonderingen

Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
Maak van thema 4.5
De volgende opdrachten:
2 + 4 t/m 7 

Slide 25 - Slide

Hoe noem je de stevige delen van een dier?
A
De huid.
B
De eieren.
C
De wervelkolom.
D
Het skelet.

Slide 26 - Quiz

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 27 - Quiz

Het dier in afbeelding 1 heeft een wervelkolom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz


Hier zie je een geleedpotige. Wat weet je over dit dier?
A
Het dier heeft een inwendig skelet.
B
Het dier heeft een uitwendig skelet.
C
Het dier heeft geen skelet.

Slide 29 - Quiz