Gevoelens en emoties
1 / 14
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Jongens praten moeilijker over
hun gevoelens dan meisjes.
Stelling
A
EENS
B
ONEENS
Slide 8 - Quiz
In welke zin is het woord wederzijds
goed gebruikt?
A
De gevoelens zijn wederzijds, ik ben niet verliefd op jou.
B
De gevoelens zijn wederzijds, ik ben ook verliefd op jou.
Slide 9 - Quiz
Als je verliefd op iemand bent, vind je diegene leuk. Welke gevoelens horen bij verliefdheid?
A
boos, verdrietig, energieloos, blij
B
gelukkig, enthousiast, energiek, blij
C
stressvol, gelukkig, paniekerig, chagrijnig
D
vermoeid, geïrriteerd, slaperig, energiek
Slide 10 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde!
Lisa wordt geboren in Almelo.
Lisa verhuist op haar tiende naar Utrecht.
Lisa leert Thomas kennen op haar nieuwe school.
Lisa wordt verliefd op Thomas.
Lisa trouwt met Thomas.
Slide 11 - Drag question
Welk voorzetsel hoort er bij?
verliefd zijn
ergeren
houden
bemoeien
aan
op
achter
met
van
tegen
Slide 12 - Drag question
Sleep de woorden naar de juiste zin.
Het is belangrijk om _________________. Ik lees daarom elke dag de krant.
Ik _____________dat zij verliefd op elkaar zijn. Ze kijken telkens stiekem naar elkaar.
'Ik kan dit niet ______________.' zei de juf toen ze hem straf gaf voor afkijken.
Iedereen heeft zijn of haar eigen ___________. Daardoor is de wereld vol met variatie.
Hoewel Nederland een democratie is, hebben we het koningshuis ________________.
accepteren
in stand gehouden
krijg de indruk
je horizon verbreden
stijl
