3.3 Water in droge gebieden

3.1&3.2 - Herhaling
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.1&3.2 - Herhaling

Slide 1 - Slide

Als waterbalans negatief is, is er sprake van...

Slide 2 - Open question

Waar komt het meeste drinkwater vandaan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
regenwater
D
gletsjers

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen verdamping en condensatie?

Slide 4 - Open question

Welke problemen kunnen er ontstaan als er een overstroming is?

Slide 5 - Open question

De piekafvoer is....
A
Een sterk verhoogde afvoer van water in een rivier
B
Dat gletsjerwater op de piek van de berg goed kan wegstromen
C
Een piek in het neerslagsregiem
D
Het moment dat je de kerstboom buiten zet

Slide 6 - Quiz

Wanneer heeft een regenrivier de piekafvoer?
A
Lente & Zomer
B
Herfst & Winter
C
Herfst & Lente
D
Zomer & Winter

Slide 7 - Quiz

Ontbossing heeft invloed op de piekafvoer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Piekafvoer wordt kleiner door
A
bomen te kappen
B
veel steden te bouwen
C
bos aan te leggen
D
veel neerslag

Slide 9 - Quiz

Op welke manier neemt wateroverlast toe door invloed van de mens?

Slide 10 - Open question

3.3 Water in droge gebieden

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je weet hoe mensen in droge gebieden aan zoet water komen.
  • Je kunt uitleggen waarom er te weinig water is in sommige gebieden.
  • Je begrijpt welke problemen waterschaarste met zich meebrengt.

Slide 12 - Slide

Droge gebieden op aarde

Slide 13 - Slide

Waterschaarste
De waterschaarste neemt toe. 

Wat zijn daarvan de oorzaken?
  • opwarming klimaat met meer droogte
  • bevolkingsgroei met meer waterverbruik per persoon

Slide 14 - Slide

De Nijl
In droge gebieden zoals in Egypte is landbouw op sommige plaatsen wel mogelijk. 
Op deze plaatsen gebruiken ze water uit de Nijl.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Waterstress
Als er te weinig water in een gebied is noem je dit waterstress

Dit kan tot problemen leiden

Slide 17 - Slide

Problemen door droogte
Wat vindt er plaats als er te weinig water is?`
  • verdroging
Gevolgen:
  • mislukte oogsten
  • hongersnood
  • gebruik van vervuild water
  • slechtere gezondheid
  • aantasting natuur

Slide 18 - Slide

Problemen door droogte
Een stroomgebied van een rivier kan in meerder landen liggen. 



Slide 19 - Slide

Wat kan een gevolg worden van een tekort aan bruikbaar water?

Slide 20 - Open question

Oplossingen: stuwdammen
Voordelen van een stuwdam:
  • water wordt vastgehouden en gebruikt
  • opwekken van energie

Nadeel van een stuwdam:
  • Als de rivier daarna een ander land binnenstroomt, heeft dat land dus minder water.


Slide 21 - Slide

Wateroorlog?
Word de waterstress te groot?
Dan kan er een wateroorlog ontstaan.

Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van stuwdammen.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Hoe kunnen landen met weinig zoet water toch aan zoet water komen?

Slide 25 - Open question

Oplossingen
Mensen halen water uit de grond. 
Soms komt dat water heel diep uit de grond, uit een aquifer
Deze waterhoudende lagen zijn vaak duizenden jaren oud. We noemen dat fossiel water

Slide 26 - Slide

Ontziltingsfabriek 
Deze fabrieken maken van zou water, zoetwater. 
Ontziltingsfabrieken staan alleen in RIJKE  droge landen 

1. er is veel kennis nodig
2. er is veel welvaart nodig

NADEEL: Er is veel energie (CO2) nodig om te ontzilten

Slide 27 - Slide

Water sparen
Hoe zorgen boeren in droge landen voor voldoende water voor hun planten?
  • door irrigatie

Slide 28 - Slide

Hoe kunnen huishoudens en bedrijven water besparen?

Slide 29 - Open question

Waterstress =
A
Te veel water
B
Overstromingen
C
Water vasthouden
D
Tekort aan water

Slide 30 - Quiz

In welke landen is er meer waterstress?
A
Zuid-Afrika
B
Nederland
C
Spanje
D
Engeland

Slide 31 - Quiz

Hoe ontstaat een wateroorlog?

Slide 32 - Open question

Aan de slag!
Lezen: Paragraaf 3.3

Maken: Paragraaf 3.3, opdracht 2 t/m 6
timer
1:00

Slide 33 - Slide