Casussen

• Engels
• Secundair onderwijs

Doel

Verschil kennen tussen

reële en gecreëerde behoefte.

Maxim, Lara, Kyenna, Latifah en Milo. Ze zijn allemaal leerlingen van het tweede middelbaar. Iedereen van de vriendengroep heeft een Smartphone van het merk Samsung. Enkel Keyenna heeft nog een oude Huawei. Ondanks het feit dat die nog goed werkt, spaart ze voor een nieuwe namelijk dezelfde Samsung als haar vrienden.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Florence is uit haar kleren gegroeid en heeft nieuwe broeken nodig.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Jan eet gezonde voeding want met die energie kunnen we ons beter concentreren, actief bewegen enzovoort.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Simon gaat dagelijks met zijn fiets naar school.

Uiteraard kan er steeds iets gebeuren! Om zijn

ouders steeds te kunnen bereiken, kreeg hij een

GSM.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Arthur heeft last van Astma. Dit is een aandoening aan de longen. Hij moet dagelijks medicatie nemen.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Lucie en Roger zijn de grootouders van Amélie. Omdat ze wat ouder worden en niet meer goed kunnen bewegen, is hun huis te groot geworden. Ze gaan naar een appartement.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Mohammed en Youssef ontspannen zich graag na school. Ze hebben thuis een nieuw computerspel gekocht zodat ze zich kunnen ontspannen.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

Dagelijks moet Emma naar school. Haar ouders kunnen haar niet brengen en met de fiets is te gevaarlijk. Ze moest dus een busabonnement aanschaffen.

1. reële behoefte
2. gecreëerde behoefte

KOOPGEDRAG

Wat beïnvloedt ons koopgedrag?

Waar vind je reclame?

Folder, krant, tv, radio, reclameborden, bussen, sociale media.

Wat is het doel van reclame?

Klanten overtuigen om de diensten of goederen van de onderneming te kopen.

Positief reclame?

Nieuwe producten leren kennen.

Negatief aan reclame?

Impulsief kopen.

Werkelijkheid klopt niet met de reclame.

Negatief aan reclame?

Impulsief kopen.

Werkelijkheid klopt niet met de reclame.