Bestuur in Europa. KA 4,12,17

Bestuur in Europa
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bestuur in Europa

Slide 1 - Slide

kenmerkend aspect 4: de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

kenmerkend aspect 12: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

681-741
Karel Martèl
Karel de Grote
745-815

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

kenmerkend aspect 17: het begin van staatsvorming en centralisatie. 

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
Wat zijn staatsvorming en centralisatie?

Het wisselende succes van de Franse en Engelse koningen.

Het falen van centralisatie en staatsvorming in Duitsland.





Slide 15 - Slide

Nationale staat
  • Een staat waarin de mensen het gevoel hebben dat ze een eenheid vormen.
  • De bevolking heeft dezelfde taal, dezelfde cultuur, soms ook dezelfde godsdienst.
  • Soevereiniteit---> Super Regnum

Slide 16 - Slide

Lodewijk XI
  • Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
  • - Steunt trouwe adel met geld en macht
  • - Straft niet trouwe adel
  • - Steunt burgers tegen adel 
  • - Speelt edelmannen tegen elkaar uit
Wat is het geheim van succesvolle staatsvorming en centralisatie?!
Facile!

Slide 17 - Slide

Rijk van Karel de Grote
Twee landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland

Slide 18 - Slide

Honderdjarige Oorlog. 
De legendarische strijd tussen Frankrijk en Engeland
Legde de basis voor het nationalisme in beide landen
Koningen krijgen steun van edelen en steden!

Slide 19 - Slide

Centralisatie
Door feodalisme had koning weinig macht
Honderdjarige Oorlog: meeste machtige edelmannen dood

Centralisatie Karel VII:
- Adviesraad toegankelijk voor burgers
- Belasting hervormingen (meer geld)
- Professioneel staatsleger
- Karel benoemt bisschoppen i.p.v. paus

Slide 20 - Slide

Lodewijk XI
Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
- Steunt trouwe adel met geld en macht
- Straft niet trouwe adel
- Steunt burgers tegen adel 
- Speelt edelmannen tegen elkaar uit

Slide 21 - Slide

Frankrijk rond 1500
  • Franse koning Lodewijk XI machtigste man van Frankrijk
  • Tienduizenden huursoldaten
  • Heft in zijn hele land belastingen
  • Maakt wetten die geldig zijn in zijn hele land
  • Regeert vanuit Parijs

Slide 22 - Slide

Feodaal Engeland
Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland (rond 1044) in
Maatregelen om machtig te blijven:
- Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
- Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
- Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
Gevolg: duidelijk wie de macht heeft 

Slide 23 - Slide

Domesday Book

Slide 24 - Slide

Centralisatie
Engelse koningen centraliseren hun land: bestuur vanuit één plek
Voorbeeld: centrale rekenkamer
Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht
Voorbeeld: Koning Jan Zonder Land
Ruzie met kerk: excommunicatie
Ruzie met adel: Magna Carta (1215)

Slide 25 - Slide

Duitsland centraliseert niet...
  • Geen hoofdstad
  • Duitse koningen noemen zich keizer en laten zich in Rome kronen
  • Koningschap niet erfelijk
  • Rijk wordt genoemd: Heilige Roomse Rijk

Slide 26 - Slide

Het slechtste recept voor de koning...
  • Koningschap is niet erfelijk
  • Na een dood wordt de opvolger gekozen door de edelen - keurvorsten genoemd-
  • Zo blijft de koning afhankelijk van zijn edelen, hij moet populair blijven

Slide 27 - Slide