This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H4 - Conflicten
Slide 1 - Slide
We spreken van een gewapend conflict als er tenminste:
A
25 doden per maand zijn
B
50 doden per jaar zijn
C
25 doden per jaar zijn
D
50 doden per maand zijn
Slide 2 - Quiz
In welke delen van de wereld komen gewapende conflicten het meeste voor?
Slide 3 - Open question
Noem een voorbeeld van internationaal conflict
Slide 4 - Open question
Noem een voorbeeld van geïnternationaliseerd conflict
Slide 5 - Open question
Noem een voorbeeld van binnenlands conflict
Slide 6 - Open question
Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter
Slide 7 - Quiz
Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook
Slide 8 - Quiz
Wat betekent separatisme?
A
De wens van het volk om zich van een staat te scheiden
B
De wens van het volk om invloed te hebben in een land
C
De wens van het volk om te bepalen welke religie er is in een land
Slide 9 - Quiz
Wat hoort bij wat?
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Geinternationaliseerd conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
VS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!
Slide 10 - Drag question
Wat is een voorbeeld van een binnenlandse conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De aanslagen op het World Trade Center in de VS op 11/9 2001
D
WO II
Slide 11 - Quiz
4.2 Oorzaken van conflicten
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn.
Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin.
Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen.
Slide 13 - Slide
Oorzaken van conflicten
economische
demografische
culturele
politieke
Jeugdbult: een groot aandeel van 15-29 jarige in de bevolking.
Grote werkloosheid zorgt voor extra onrust.
Ongelijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen, strijd voor natuurlijke hulpbronnen
Armoede kan leiden tot sociale onrust en rebellie
Snelle bevolkinggroei kan leiden tot schaarste aan voedsel, water, land, banen ezv. Dit verhoogt de kans op conflicten
Migratie kan botsingen veroorzaken met de lokale bevolking, vooral als concurentie ontstaat om banen of hulpbronnen.
Etnische en religieuze verschillen kunnen spanningen veroorzaken vooral als bepaalde groepen worden achtergesteld.
Dictatuur: de macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep.
Oppositie en burgers woden vaak onderdrukt, wat leidt tot verzet en mogelijk gewapend conflict
Curruptie en sclecht bestuur kan leiden tot ontevredenheid en mogelijk tot opstanden.
Een fragile state, een zeer zwakke staat. In deze landen heeft de overheid vrijwel geen controle en is er veel corruptie en economische chaos.
Slide 14 - Slide
Onherbergzame gebieden zijn soms rijk aan grondstoffen. Het probleem is dat mensen die in deze gebieden wonen hier niet van profiteren. De winning van grondstoffen leidt vaak tot grote ecologische problemen. Leg uit waarom in deze gebieden wel of geen grote kans is op conflicten.
Slide 15 - Open question
Waar gaat het geld meestal naartoe dat wordt verdient met delfstoffen (natuurlijke hulpbronnen)?
A
Het gebied waar het wordt gevonden
B
Het bedrijf dat de delfstoffen wint
C
Eerlijk verdeeld tussen beide partijen
Slide 16 - Quiz
Doordat er een grote groep 15 tot 29 jarige zijn kan iedereen een bijbaantje vinden voor zijn studie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Bedenk een oorzaak van een jeugdbult binnende bevolking een land.
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
1. Welke oorzaken zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië? 2. Tot welke van de 4 oorzaken in §4.2 behoren de redenen genoemd bij 1.
Slide 20 - Open question
Wat valt je op aan deze kaart? Kijk goed naar de gebieden die alarmerend zijn en welke juist niet.
Slide 21 - Open question
Fragile state
Fragile States zijn kwetsbaar door:
ontbreken van controle door de overheid
corruptie
misdaad
economische chaos
Slide 22 - Slide
Vergelijk beide kaarten. Welke conclusie kun je trekken wanneer je kijkt naar landen met meer dan 1000 dodelijke slachtoffers van conflicten per jaar en de Fragile States Index?
De meeste dodelijke slachtoffers komen voor in landen waar de overheid een verontrustende of alarmerende kwetsbaarheid kent. In veel gevallen is in deze landen sprake van een dictatuur.
Vergelijk beide kaarten. Welke conclusie kun je trekken wanneer je kijkt naar landen met meer dan 1000 dodelijke slachtoffers van conflicten per jaar en de Fragile States Index?
Slide 23 - Slide
Waar denk je dat eerder een conflict voorkomt?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Gelijk
Slide 24 - Quiz
Gouden regels voor vrede
Des te minder deze regels van toepassing zijn op een land, des te groter de kans is op een conflict.
Slide 25 - Slide
Waarom zijn de Fragile states zo kwetsbaar?
Slide 26 - Open question
Er worden acht 'gouden regels' onderscheiden die in een land de vrede kunnen bevorderen. Beredeneer waardoor een goed zakenklimaat de vrede bevordert.
Slide 27 - Open question
Geef nu een voorbeeld van een andere goude regel waarom dit de vrede in een land kan bewaren. (Doelmatige overheid, gelijke verdelen van hulpbronnen, persvrijheid, hoog opleidingsniveau, weinig corruptie, acceptatie van de rechten van anderen, goede relaties met buurlanden)