Zet het bijvoeglijknaamwoord op de goede plaats en in de juiste vorm. Schrijf de hele zin op in je schrift.
1. une ..........guitare ........... (goed, zwart)2. les ..............dames ...........(oud)
3. un .........garçon ............... (dik)
4. Une .............voiture ......... (wit)
5. Une ...........fille.................. (sportief)
6. mes parents sont ............(gelukkig)
7. les ..............jupes (v)..........(grijs)
8. une ..............robe............. (duur, lang)