H3 Water - oefentoets

H3: Water
Oefentoets - wereld
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H3: Water
Oefentoets - wereld

Slide 1 - Slide

Oefentoets H3: Water
Je maakt de oefentoets bij H3 zelfstandig. 
De toets lijkt qua moeilijkheidsgraad op de repetitie die je op school krijgt. 
Let op: in deze toets krijg je meer meerkeuzevragen dan op het SO. Houdt hier rekening mee met het leren. 
 

Slide 2 - Slide

Geef van de stelling aan of deze juist of onjuist is:
IJsmassa's vormen geen onderdeel van de kringloop van het water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Gebruik de afbeelding.
Welke opmerking is juist?
(druk op afbeelding voor
vergroting)
A
Het kan miljoenen jaren duren voordat de sneeuwvlokken bij M weer in de zee terecht komen
B
Het water dat bij de letter F in de bodem terechtkomt, wordt infiltratiewater genoemd
C
Water in oceanen is grotendeels zoet
D
Grondwater stroomt sneller terug naar zee dan rivierwater

Slide 4 - Quiz

Tot de risicogebieden voor overstromingen behoren gebieden aan de voet van gebergten. Dit zijn vooral de gebieden met...
A
een rotsige ondergrond
B
veel water in aquifers
C
weinig nuttige neerslag
D
weinig waterleidingen en pompen

Slide 5 - Quiz

Wat is de belangrijkste oorzaak van de verwachte zeespiegelstijging?
A
Het afsmelten van grote hoeveelheden landijs
B
Het afsmelten van grote hoeveelheden drijfijs
C
Het toenemen van de hoeveelheid water in de kringloop
D
Het vrijkomen van veel water uit de aardmantel

Slide 6 - Quiz

Een rivier krijgt vaker te maken met een piekafvoer als in haar stroomgebied...
A
het een gemengde rivier is
B
veel naaldbossen staan
C
veel aan landbouw wordt gedaan
D
veel verstening plaatsvindt

Slide 7 - Quiz

Een stuwdam biedt, naast voordelen, ook nadelen. Welk nadeel kan tot een wateroorlog leiden?
A
De aanleg is heel duur, waardoor de belastingen omhoog moeten
B
De aanleg vraagt veel ruimte waardoor veel mensen moeten verhuizen
C
Het land stroomafwaarts krijgt minder water van de rivier
D
Het milieu in het rivierdal wordt door de aanleg van het stuwmeer ernstig aangetast

Slide 8 - Quiz

De waterstress neemt wereldwijd toe. Welke factor vormt daar geen verklaring voor?
A
de toename van welvaart
B
de toename van duurzaam waterbeheer
C
de toename van het aantal mensen dat in steden woont
D
de toename van de wereldbevolking

Slide 9 - Quiz

Gaat het om vernieuwbaar of niet-vernieuwbaar water:
Het opvangen van regenwater om dit als drinkwater te gebruiken
A
Vernieuwbaar
B
Niet-vernieuwbaar

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van waterschaarste?
A
bevolkingsgroei
B
klimaatverandering
C
watertransport
D
verstoring van de natuur

Slide 11 - Quiz

Hoe noemen we de neerslag die beschikbaar is voor gebruik?
A
Stijgingsregen
B
Neerslagverdeling
C
Nuttige neerslag
D
Piekafvoer

Slide 12 - Quiz

De neerslag in Zweden is ongeveer gelijk aan die in Botswana in zuidelijk Afrika. In Zweden valt veel sneeuw die lang blijft liggen, in Botswana heb je vaak tropische buien. De natuurlijke begroeiing is heel verschillend: Zweden is dicht bebost en in Botswana komt veel (half)woestijn voor. Dat komt door het verschil in...
A
bodemvruchtbaarheid
B
de vorm van de neerslag
C
nuttige neerslag
D
grondgebruik

Slide 13 - Quiz

De regeringen van landen kiezen vaak voor de bouw van grote stuwdammen. De lokale bevolking kiest eerder voor de aanleg van kleine dammen. Welk van de onderstaande redenen is een reden waarom de overheid voor grote stuwdammen kiest?
A
Er komt voor de stad hydro-elektriciteit beschikbaar
B
Het geïrrigeerde gebied kan sterk worden uitgebreid
C
Het is goedkoop
D
Er is minder aantasting van het milieu

Slide 14 - Quiz

Hieronder zie je rijtjes met woorden. In welk rijtje horen alle begrippen of zinsdelen bij elkaar?
A
Fossiel water - vernieuwbaar water - aquifer
B
Infiltratie - verdamping - nuttige neerslag
C
vernieuwbaar water - duurzaam waterbeheer - watervoorraad blijft op peil
D
toename bestrating - ontbossing - afnemende infiltratie - riolering

Slide 15 - Quiz

Boeren in het Middellandse Zeegebied hebben van oudsher hun landbouwmethoden aangepast aan waterschaarste. Welke van onderstaande aanpassingen is haalbaar en duurzaam?
A
Elke dag wieden en de grond losmaken
B
Het inzetten van water uit aquifers
C
Een jaar de grond braak laten liggen (niet gebruiken) om neerslag in de bodem te verzamelen
D
Het verbouwen van gewassen die tegen droogte bestand zijn

Slide 16 - Quiz

Geef aan of de stelling juist of onjuist is:
Wanneer het hard regent kan een bron met fossiel water worden aangevuld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Waarom is het juist voor Nederland van belang dat we de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk beperken? Gebruik in je antwoord de term: 'versterkt broeikaseffect'. Let op, je antwoord moet wel met water te maken hebben.

Slide 18 - Open question

Hoe kan het dat neerslag uit de wolken zoet is?

Slide 19 - Open question

Welke maatregelen neemt Nederland om het risico op overstromingen te verminderen?

Slide 20 - Open question

Leg uit wat het effect is van de maatregen die op de afbeelding hiernaast genomen wordt.

Slide 21 - Open question

Einde oefentoets! 
Bekijk goed op welke onderdelen je nog onvoldoende hebt gescoord en zorg dat je deze nog even goed bestudeerd voor het SO! 

In de les is er ruimte om vragen te stellen over de oefentoets. 

Slide 22 - Slide