9.3 Inhoud cilinder
1 / 22
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De rode lijn is ….
A
de oppervlakte van de cirkel
B
de omtrek van de cirkel
C
de diameter van de cirkel
D
de straal van de cirkel
Slide 3 - Quiz
De rode lijn is ….
A
de oppervlakte van de cirkel
B
de omtrek van de cirkel
C
de diameter van de cirkel
D
de straal van de cirkel
Slide 4 - Quiz
Van een cirkel is de straal 25 cm.
De diameter is dan ...
De diameter is dan ...
A
12,5 cm
B
50 cm
C
25 cm
Slide 5 - Quiz
Is de diameter van een cirkel 10 cm,
dan is de straal?
dan is de straal?
A
10 cm
B
5 cm
C
2,5 cm
Slide 6 - Quiz
De formule: π x straal²
hoort bij:
hoort bij:
A
De omtrek van een cirkel
B
De oppervlakte van een cirkel
C
De oppervlakte van een driehoek
D
De oppervlakte van een rechthoek
Slide 7 - Quiz
De formule: π x diameter
hoort bij:
hoort bij:
A
De omtrek van een cirkel
B
De oppervlakte van een cirkel
C
De oppervlakte van een driehoek
D
De oppervlakte van een rechthoek
Slide 8 - Quiz
Van een cirkel is de straal 5.
Bereken de omtrek A en de oppervlakte B
Bereken de omtrek A en de oppervlakte B
A
A=31,4 en b=314
B
A=31,4 en b=78,5
C
A=15,7 en B=78,5
D
A=15,7 en B=314
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
A = ? B = ?
afronden op 1 decimaal
afronden op 1 decimaal
Slide 16 - Mind map
Slide 17 - Slide
De inhoud van een cilinder bereken je door...
A
oppervlakte grondvlak x hoogte
B
oppervlakte grondvlak + hoogte
Slide 18 - Quiz
Hoe bereken je de inhoud van deze cilinder?
A
1X1XπX4
B
2X2XπX4
C
2x4
D
2x2x4
Slide 19 - Quiz
Wat is de inhoud van
deze cilinder
deze cilinder
A
829
B
415
C
2488
D
9953
