Week 6 h/v

Leesstrategieën
Wat heb je nodig?
- Kern handboek
- Kern oefenboek
- Schrift
- Etui
- Laptop en oplader
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesstrategieën
Wat heb je nodig?
- Kern handboek
- Kern oefenboek
- Schrift
- Etui
- Laptop en oplader

Slide 1 - Slide

Portfolio
Deze week is het WK Kho Kho in India: 'Kho Kho is eigenlijk tikkertje in teamverband'

Slide 2 - Slide

Portfolio
Woordjes herhalen op wisbordjes
Zinnen bespreken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan vijf leesstrategieën benoemen
- Ik kan een passende leesmanier inzetten bij verschillende leesdoelen.   

Wat heb je hieraan in jouw leven?

Slide 4 - Slide

Wat voor tekstsoort is dit?

Slide 5 - Open question

Wat is het tekstdoel?

Slide 6 - Open question

Leesstrategieën
Leesstrategieën zijn hulpmiddelen om de tekst (beter) te lezen.

Je leest een tekst vaak met een bepaald doel. Je past de manier waarop je de tekst lees aan op dat leesdoel. Wil je informatie over één bepaald onderwerp uit de tekst halen, dan zal je zoekend de tekst moeten lezen. Maar wil je alles weten, dan lees je de tekst intensief.

Slide 7 - Slide

Verkennend (globaal) lezen
Doel: snel zien waar een tekst over gaat.

Hoe lees je een tekst verkennend?
1. Lees de titel en de tussenkopjes van de tekst
2. Lees de inleiding en bekijk de afbeeldingen
3. Lees de eerste en de laatste zin van elke alinea
4. Bedenk wat je al weet over het onderwerp - voorkennis
5. Bedenk  met behulp van bovenstaande stappen waar de tekst over zou gaan

Slide 8 - Slide

Zoekend lezen
Doel: op zoek naar de juiste informatie

Hoe lees je een tekst zoekend?
1. Bedenk wat belangrijke zoekwoorden zijn bij jouw vraag
2. Scan de inhoudsopgave, tussenkopjes en vetgedrukte woorden in de tekst
3. Lees de stukjes tekst die belangrijk zijn voor jouw vraag 

Slide 9 - Slide

Ik ben op zoek naar een tekst over de gevaren van slaaptekort. Welke zoekwoorden zou je NIET gebruiken?
A
nadelen, weinig slaap
B
gevaren, weinig slaap
C
bijwerkingen, slaaptekort
D
nadelen, slaap

Slide 10 - Quiz

Intensief lezen
Doel: de tekst volledig begrijpen


Hoe lees je een tekst intensief?
1. Je leest de tekst volledig - dus van begin tot eind
2. Je probeert elke zin en alinea te begrijpen
3. Je zoekt onbekende woorden op in het woordenboek

Slide 11 - Slide

Studerend lezen
Doel: belangrijke informatie onthouden

Hoe lees je studerend?
1. Lees de tekst eerst globaal door. Je hebt nu een idee waar de tekst over gaat.
2. Lees de tekst nu intensief door. Je weet nu precies waar de tekst over gaat.
3. Maak een samenvatting van de tekst door de belangrijkste woorden en zinnen uit de tekst te halen. Je kan belangrijke woorden ook markeren.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zou je deze tekst intensief of lerend lezen?

Slide 14 - Open question

Kritisch lezen
Waarom? - Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. 

Hoe lees je kritisch?
1.  Bedenk wat het doel is van de schrijver. 
2. Bedenk voor jezelf of er feiten in de tekst staan of dat de schrijver beweert dat het feiten zijn.
3. Weet je niet zeker of iets een feit of een mening is? Controleer dit dan door een andere tekst te raadplegen.
4. Kijk naar de bron van de tekst: wie heeft de tekst geschreven? Van welke site komt deze bron?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Lees bovenstaand artikel

Slide 17 - Slide

Opdracht

Bedenk voor jezelf een antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is het doel van de schrijver?
2. Staan er feiten of meningen in de tekst? Waarom?
3. Lijkt deze bron betrouwbaar volgens jou? Waarom wel/niet?

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
1. Kern hoofdstuk 1 les C (p. 14 in je oefenboek)
Opdrachten: 2 t/m 5 en 8 t/m 12
Verdiepingsopdrachten: 7

2. Kijk je antwoorden van 1C na.

3. Leer/herhaal tien woordjes uit de woordenlijst

Slide 19 - Slide

Check-out


Bekijk de volgende afbeelding.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke leesstrategie zou je gebruiken? Leg uit waarom.

Slide 22 - Open question

Domeinles
Vragen wisbordjes:
1. Een gedicht is een ……. tekstsoort
2. Een handleiding heeft …. als tekstdoel
3. De titel: “Voor- en nadelen van een fatbike” is een voorbeeld van een … tekst
4. Vertel het onderwerp: Het Amadeus Lyceum is een fijne school.
5. Vertel het argument: Ik houd van sporten, want ik beweeg graag.
6. Bedenk een hoofdgedachte met het woord 'school'

Slide 23 - Slide

Keuze maken
Keuzes
Verlengde instructie
Extra oefenblad (tekst bijbaantjes)
Verdiepingsopdracht (zelf een tekst kiezen NOS)
- onderwerp, hoofdgedachte, kernzinnen, tekstsoorten en tekstdoelen

Slide 24 - Slide