6.4 Spanningen in het Midden-Oosten

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We zijn beland in: De tijd van Televisie en Computers
2000
Jaar 1
1000
1500
1900
1700

Slide 2 - Slide



  • § 6.4 Spanning in het Midden Oosten









Slide 3 - Slide

Leerdoelen:
Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe in West-Azië ( Midden-Oosten) sinds het einde van de dekolonisatie (1975) toenemende problemen veroorzaakt door interne en externe factoren hebben gezorgd voor instabiliteit, revoluties, burgeroorlogen en oorlogen.

Taaldoelen:  
Lezen, begrijpend lezen, leren samenvatten, leren van nieuwe historische begrippen en uitbreiding van de woordenschat.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Spanningen in het Midden-Oosten
Conflicten in het Midden-Oosten zijn ingewikkeld: Politieke, economische, demografische, nationalistische, etnische, sektarische en neokoloniale belangen spelen allemaal in meerdere of mindere mate een rol bij alle conflicten in de regio.

Slide 8 - Slide

Spanningen in het Midden-Oosten
  • Geopolitiek = als een land macht uitoefent door zijn ligging of vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen.
  • Het gaat om politieke machtsverhoudingen tussen landen. 
  • Voorbeeld: 
     * Turkije bouwt stuwdammen in de Eufraat en de Tigris.
     * Saudi-Arabië is machtig door de grote olierijkdom

Slide 9 - Slide

De Iraanse revolutie
In 1971 vierde de Sjah (de keizer) van Iran een groot feest, het 2500 jaar bestaan van de monarchie. Echter wekte dit veel weerzin onder de Iraniërs, vele moslims moesten niets hebben van het goddeloze regime van de Sjah..
Het leidde tot massaal gewelddadig verzet, de sjah vluchtte en de geestelijke leider Ayatollah nam de macht en stichtte een Islamitische republiek: een theocratie. 
Extra informatie
Midden in de woestijn, met vele gasten en dure limousines vierde de Sjah het 2500 jarig bestaan van de Iraanse monarchie in 1971. De vele gelovige moslims in Iran waren het goddeloze beleid van de sjah zat.. er braken geweldadige opstanden uit, openbare gelegenheden uit de moderne samenleving werden aangevallen en in brand gestoken.

De sjah was bang en vluchtte, de geestelijke leider Ayatollah kwam terug uit ballingschap en stichtte een Iraanse republiek; een theocratie. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De sjiieten en de soennieten
De sjiieten en soennieten zijn twee stromingen binnen de islam. 
In Iran zijn de meeste moslims sjiiet, de revolutie zorgde voor spanningen.  
Extra informatie
De soennieten en sjiieten werden gevormd na het overleiden van de profeet Mohammed in 632. De meeste moslims zijn soennieten. 
Echter zijn de moslims in Iran sjiietisch. De revolutie in Iran leidde dan ook tot veel onrust met buurland Irak, waar de moslims soenniet zijn. Saddam Hussein die in Irak heerste zag Iran als gevaar.
Hij viel in 1980 Iran binnen, het mondde uit in een loopgravenoorlog. 

De oorlog eindigde na 8 jaar, zonder duidelijke winnaar. Saddam Hussein verloor hierna de golfoorlog met de VS, en werd in 2003 verjaagd uit Irak. 
Er bleven voortdurend aanslagen tussen de landen.

Slide 12 - Slide

'De koloniale erfenis'

Slide 13 - Slide

Welke bestuursvormen zijn er in het Midden-Oosten en Noord-Afrika?

Slide 14 - Mind map

BESTUURSVORMEN
DEMOCRATIE
DICTATUUR
Burgers stemmen persoonlijke over wetten, besluiten en benoemingen
directe democratie
Burgers kiezen vertegen-woordigers
(raad / parlement)
Macht in handen van één persoon of familie.
Macht in handen van de militairen. Kiezen evt.een politieke leider.
Macht in handen van  kleine groep  rijke en invloedrijke personen
indirecte
democratie
Autocratie
Militaire dictatuur (junta)
Oligarchie

Slide 15 - Slide

Wie is het staatshoofd ?
MONARCHIE
REPUBLIEK
Staatsvorm waarbij de koning(in) meestal door erfopvolging wordt aangewezen
Staatsvorm waarbij de president wordt gekozen door het volk.
Staatsvorm waarin geestelijken de hoogste macht hebben.
THEOCRATIE
koning(in)
president(e)
God/geloof

Slide 16 - Slide

Democratie
(macht in handen van het "volk")
Macht gebaseerd op basis van religie
(macht vaak in handen van geestelijken)
Republiek
(gekozen)
Monarchie
(erfopvolging)
Duitsland
Turkije
Nederland
België
Vaticaanstad
Iran
Marokko
Saudi-Arabië

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Aan de slag:




Aan de slag: Paragraaf 6.4  



Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video