M1 P3 W8 Lesson 1: Present Simple vs Present Continuous

Welcome M1B
Bags on the floor and coats off!
Grabb your laptop/chromebook.
Go to LessonUp.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome M1B
Bags on the floor and coats off!
Grabb your laptop/chromebook.
Go to LessonUp.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

PTO 3 - week 8 - lesson 1
Today's mission:
  • Grammar revision: Present Simple vs Present Continuous

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De present simple gebruik je om feiten, gewoonten, en dingen die we regelmatig doen te bespreken.

  • Water boils at 100 degrees. (feit)
  • I teach you every Tuesday. (gewoonte)
  • She always cycles to work, but when it rains she goes by car. (regelmatigheid)
Present simple

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je een present simple?
I / you / we / they = de stam van het werkwoord: walk, cook, organise
he / she /it (SHIT-woorden) = stam + s: walks, cooks, organises





Uitzonderingen
Wanneer de stam van een woord eindigt op:
-o - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I go - he goes
-s/ch - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I watch - she watches
-y - dan veranderd de -y in -ies bij he/she/it --> I fly - it flies

Maar.. eindigt het woord op een -y met een klinker ervoor (a, o, i, e, u) dan komt er alleen een -s achter.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je een vraag in de present simple?
Bij het ww 'to be' verwissel je het onderwerp en de persoonsvorm:
You are very lucky. ---> Are you very lucky? 

Bij de andere ww begint je zin met 'do' of 'does': 
We like walking on the beach. ---> Do we like walking on the beach? 
He has a very cute dog. ---> Does he have a very cute dog?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je een ontkenning in de present simple?
Bij het ww 'to be' voeg je 'not' toe aan de persoonvorm:
He is an old man. ---> He is not (isn't) an old man. 

Bij de andere ww voeg je  'don't' of 'doesn't' toe aan de zin: 
They like fish and chips. ---> They don't like fish and chips.
She loves to wear dresses. ---> She doesn't love to wear dresses.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Present continuous
Deze tijd gebruik je wanneer iets NU plaatsvindt.
Voorbeelden?

John is nu aan het sporten - John is exercising now
Ik ben de krant aan het lezen nu - I am reading the paper at the moment.

Signaalwoorden?
Right now, at the moment, now, currently

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je een Present Continuous?
een vorm van 'to be' + stam + -ing
am + read + ing, is + walk + ing
Uitzonderingen?
woorden die eindigen op een -e: -e wordt vervangen door -ing
have - having, give - giving
Woorden met 1 lettergreep eindigend op een medeklinker met een klinker ervoor verdubbeld de medeklinker:
swap - swapping, cut - cutting, stop - stopping, beg - begging 
Het werkwoord 'to be'
  • I am     
  • you are     
  • he is     
  • she is     
  • it is     
  • we are     
  • you are      
  • they are     

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Slide 10 - Open question

This item has no instructions


Slide 11 - Open question

This item has no instructions


Slide 12 - Open question

This item has no instructions


Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Gimkit: Present Simple Vs Present Cont.
Make:
-
Study:
Vocabulary A & C
chapter 5, page 96/97
Present Simple/Present Continuous, page 99
Quizlet links staan in Magister!
Homework

Slide 15 - Slide

This item has no instructions