This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
WELKOM!
Les paragraaf 4.6, de woonomgeving.
Slide 1 - Slide
Planning
Bespreken 4.6
aan de slag met de opdrachten
vanmiddag: P.O.!
Slide 2 - Slide
Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces van sanering en nieuwbouw
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
D
Het opknappen van een wijk
Slide 3 - Quiz
1870-1960
1960-1980
1980-nu
Urbanisatie
Suburbansatie
Re-urbanisatie
Creatieve stad
Segregatie
Stedelijke vernieuwing
Herstructurering
Slide 4 - Drag question
Wat is het belangrijkste verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
Slide 5 - Open question
Leerdoelen 3.6
Je kunt uitleggen wat objectieve en subjectieve veiligheid is.
Je kunt voorbeelden geven om de objectieve en subjectieve veiligheid te verbeteren.
Je kunt bij genomen maatregelen uitleggen hoe de maatregel bijdraagt aan een betere leefbaarheid en sociale veiligheid (oorzaak-gevolgrelatie!).
Je kunt uitleggen hoe de fysieke structuur van een wijk de sociale veiligheid kan beïnvloeden (negatief en positief)
Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.
Slide 6 - Slide
Buurtprofiel
Bij het buurtprofiel wordt gelet op woningkenmerken, bewonerskenmerken én de woonomgeving! De leefbaarheid van een wijk is afhankelijk van deze 3 variabelen.
Als het om woonomgeving gaat kijken we naar: de straat, het plantsoen, de stoep, maar ook de voortuinen, balkons en voorgevels van de huizen. De leefbaarheid in Nederland is gemiddeld goed, maar vooral in de grote steden scoren sommige buurten slecht. Hinder van harde muziek op ongewone tijden, intimidatie door dronken zwervers, zwerfvuil of hondenpoep verzieken de leefbaarheid in een buurt.
Slide 7 - Slide
De woonomgeving en sociale veiligheid
De leefbaarheid kan verbeterd worden wanneer de sociale veiligheid beter wordt - mate van veiligheid die de samenleving biedt.
Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid
De (on)veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie geteld is.
het gevoel van (on)veiligheid dat mensen hebben.
Waar kunnen we dan naar kijken?
Slide 8 - Slide
'Vorig jaar zijn in de wijk Velve 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 9 - Quiz
A
Sociale veiligheid
B
Subjectieve veiligheid
C
Objectieve veiligheid
D
Sociale cohesie.
Slide 10 - Quiz
De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
Slide 11 - Quiz
De beleving van de openbare ruimte, dus ook van de
sociale veiligheid van de woonomgeving, is ten dele
subjectief.
Toegankelijkheid
Onderhoud
Overzichtelijkheid
Toezicht
Slide 12 - Slide
Toegankelijkheid
Is de ruimte voor iedereen toegankelijk?
Is de ruimte tussen bepaalde tijden verboden?
Bestemmingsverkeer?
Doodlopend?
Slide 13 - Slide
Onderhoud
Slide 14 - Slide
Overzichtelijkheid
Bij welke inrichting van de ruimte voel jij je veilig?
Brandgangen zijn vaak onoverzichtelijk, wat de veiligheid negatief beïnvloedt
Slide 15 - Slide
Toezicht
'Ogen op de straat'
SOCIALE COHESIE!
Mate van verbondenheid tussen bewoners. Te vergroten door speelplekken, winkels, buurthuizen etc. Ontmoeting staat centraal! Men spreekt elkaar aan.
Ogen op de straat?
Voordeur op de begane grond
Speeltuintjes
Cruyffcourts
Mix van functies - wonen, werken, recreëren.
Sociale cohesie is ook beter voor elkaar te krijgen in een wijk met veel laagbouw. Staan er veel flats, dan is er meer anonimiteit omdat het grootschalig is. Dat is slecht voor de subjectieve veiligheid
Slide 16 - Slide
Wat zijn de 4 aspecten van de openbare ruimte?
Slide 17 - Open question
Je hebt in een wijk twee delen: een deel met flats en een deel met rijtjeshuizen. In welk deel zal de subjectieve veiligheid groter zijn? Beargumenteer je keuze.