M3B - Samengestelde zinnen

Taalverzorging
Samengestelde zinnen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging
Samengestelde zinnen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Stil lezen

  • Uitleg over samengestelde zinnen

  • Zelfstandig aan het werk

  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

De vorige les:
?

Slide 3 - Slide

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
Kan je voegwoorden gebruiken om samengestelde zinnen te maken.

Slide 4 - Slide

Samengestelde zinnen
Wie kan mij vertellen wat een samenstelling is?

Slide 5 - Slide

Dit zijn samenstellingen
Woorden kunnen samengesteld zijn 
uit twee woorden. 

Je kent het woord prijs en het woord verhoging.

Prijsverhoging betekent dat de prijs omhoog gaat. 

Slide 6 - Slide

Samengestelde zinnen:
  • Samenstellingen = woordniveau
  • Samengestelde zinnen = zinsniveau

Slide 7 - Slide

Samengestelde zinnen:
Samengestelde zinnen, zijn twee losse zinnen die tot één zin zijn samengevoegd.

Slide 8 - Slide

Samengestelde zinnen:
Is het echt zo makkelijk?

Voegwoorden, en, maar en want

Slide 9 - Slide

Samengestelde zinnen:
Opa werkte en oma deed het huishouden

Iedereen viert feest, want het is bevrijdingsdag

Slide 10 - Slide

Samengestelde zinnen:
Is het echt zo makkelijk?

Twee zinnen worden één

Voegwoorden En, maar, want.

Slide 11 - Slide

Samengestelde zinnen:
Een samengestelde zin heeft altijd twee of meer persoonsvormen.

Je weet dus dat je met een samengestelde zin te maken hebt als je meer dan twee persoonsvormen telt.

Slide 12 - Slide

Samengestelde zinnen:
Opa werkte en oma deed het huishouden

Iedereen viert feest, want het is bevrijdingsdag

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
 

Opdracht 1, 2 & 3, blz. 184 & 185. 

Slide 14 - Slide

Je kan nu:
  • Samengestelde zinnen maken door middel van voegwoorden 

Op schaal van één tot vijf, hoe goed denk jij het leerdoel te hebben behaald. Eén betekent helemaal niet. Bij vijf beheers je de leerstof perfect!

Slide 15 - Slide

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 16 - Slide

De volgende les:

Slide 17 - Slide


Ik begrijp goed wat samenstellingen/tegenstellingen zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll