This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat weet je nog over tekstsoorten en tekstdoelen?
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Video
Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Voorbeeld
Tegenstelling
Oorzaak gevolg
Chronologie
daardoor
maar
neem nou
Hoewel
Eerst
onder andere
doordat
dat kwam door
Vroeger
echter
Slide 3 - Drag question
"Onregelmatige werktijden, de hitte en de hectiek van de keuken, het contact met gasten, dat kun je op school niet nabootsen."
Welk verband kom je hierboven tegen?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
geen verband
Slide 4 - Quiz
"Het leerbedrijf waar je stage gaat lopen, is niet verplicht je een vergoeding te betalen. Maar in de praktijk doen leerbedrijven dit meestal wel.
Welk verband kom je hierboven tegen?
A
Opsomming
B
tegenstelling
C
geen verband
D
voorbeeld
Slide 5 - Quiz
Welk verband staat in deze zin? Zijn vriendin daarentegen is wel heel erg aardig.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 6 - Quiz
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 7 - Quiz
De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. OOK weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier WAARDOOR het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is. Welk tekstverbanden geven 'ook' en 'waardoor' in de derde zin aan?
A
ook = opsomming
waardoor = reden-verklaring
B
ook = tegenstelling
waardoor = oorzaak-gevolg
C
ook = opsomming
waardoor = oorzaak-gevolg
D
ook = toelichting of uitleg
waardoor = vergelijking