Toets medicatie

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 480 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe bewaar je het medicijn?
A
Bewaren beneden 25C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht
B
Bewaren boven de 25 graden in de oorspronkelijke verpakking.
C
Medicatie uit de verpakking halen en op een luchtdichte en donkere plaats bewaren
D
in de koelkast.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de bijwerkingen van Depakine

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Noodmedicatie; Midazolam neus spray 4 pufjes

Wat is juist?
A
Door Midazolam ontspannen spieren en vermindert het ontwenningsverschijnselen. Ook stopt het epilepsie-aanvallen. Deze client heeft waarschijnlijk kans dat hij een epilepsie aanval krijgt.
B
Deze client moet dit dagelijks krijgen om epilepsie aanvallen te voorkomen.
C
Deze client heeft een alcoholof drugsprobleem en wanneer hij te weinig alcoholof drugs binnen krijgt mag dit toegediend worden.
D
Bij epilepsie werkt de neusspray en druppels werken binnen 2 minuten.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist.;Midazolam
A
Grapefruit sap heeft geen effect op de werking van het medicijn.
B
Grapefruit sap heeft wel effect op de werking van het medicijn.
C
Mag niet met melk ingenomen worden
D
mag wel met melk worden ingenomen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Oxazepam behoort tot de volgende groep
A
Antidepressiva en stemmingsstabilisatoren
B
Kalmerings- en slaapmiddelen (benzodiazepinen)
C
Stimulantia
D
Antipsychotica

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Tom Reidsma is als gevolg van een traumatisch ongeluk erg angstig.Er worden Haldoldruppels voorgeschreven. De sterkte is 4 mg/ml, 1 ml = 20 druppels. Jij zult hem 0,8 mg Haldol moeten geven.

✓Hoeveel druppels zijn dit ?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Dhr. Timmers moet 4 keer per dag het medicijn Levodopa krijgen, waarvan vier keer 125 mg en voor de nacht naast de gewone dosering nog eens 125 mg extra.
✓Het is vrijdagochtend. Op maandag om 10.00 komen de nieuwe baxterrollen. Hoeveel tabletten moeten er in het weekend voor dhr. Timmers aanwezig?

Slide 8 - Open question

15

Cliënt heeft slikproblemen. Verzorgende doet medicatie bij elkaar en vermaalt dit.
A
toedienfout
B
voorschrijffout
C
afleverfout
D
er gaat niks mis

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

ampullen , bedoeld om mee te vernevelen, worden aan de cliënt gegeven om met een glas water in te nemen.
A
toedienfout
B
voorschrijffout
C
afleverfout
D
er gaat niks mis

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij de cliënt is vandaag een kies is getrokken. Cliënt krijgt toch bloedverdunnende medicatie. Cliënt krijgt hierdoor ernstig bloedverlies.
A
toedienfout
B
voorschrijffout
C
afleverfout
D
er gaat niks mis

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een cliënt heeft een halve tablet Steradent ingenomen die klaar lag op zijn nachtkasje.
A
toedienfout
B
voorschrijffout
C
afleverfout
D
er gaat niks mis

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Medicatie van 12.00 en 14.00 uur is niet gegeven.
A
Eerst de arts bellen en dan kijken of je de medicatie nog moet geven, daarna rapporteren.
B
Alsnog de medicatie geven, maar eerst even in het FK kijken.Dan goed noteren in de rapportage.
C
Geven en goed noteren in het zorgplan, doorgeven aan de collega's en alle medicatie wat later geven.
D
Arts bellen, noteren, schrijven in het zorgplan en MIC melding invullen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Om ervoor te zorgen dat ze niet in de keel of slokdarm blijven hangen, moet de zorgvrager rechtop zitten en ze met een glas water innemen. Wat hoort hierbij:
A
tabletten mag je breken wanneer deze een breuklijn hebben.
B
zetpillen dien je met de punt naar voren in te brengen
C
capsules zijn vaak groot en moeilijk te slikken.
D
dragees hebben vaak een coating

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een..................bestaat uit een vette basis met daarin een werkzame stof. Deze laat zich niet in de huid wrijven.
A
creme
B
zalf
C
lotion

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een.........................bestaat uit water en vet met daarin een werkzame stof. Deze laat zich wel in de huid wrijven.
A
creme
B
lotion
C
zalf

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De verzorgende vraagt aan de familie die op bezoek is of zij de medicijnen willen geven. Collega vindt in de volgende dienst de medicijnen nog naast het bed.
A
toedienfout
B
voorschrijffout
C
afleverfout
D
er gaat niks mis

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het voordeel van..................is dat de werkzame stoffen regelmatig aan de huid afgegeven worden. De werkzame stoffen kunnen op deze manier langzaam en geleidelijk in de bloedsomloop binnendringe
A
zetpillen
B
creme
C
medicijnpleisters
D
injecties

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom ontstaat er in een drankje eerder bederf?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Bekijk het filmpje;
Hoe vaak moet je bij een pufje diep inademen en uitademen?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Zoek het protocol van Vilans; Medicijntoediening van het oor. Bij welke 3 bijwerkingen en complicaties moet je stoppen?
A
optreden van duizeligheid
B
Als er pus uit het oor komt
C
Wanneer het oor gaat bloeden
D
wanneer de client niks kan horen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De stappen van het medicatieproces
A
1 Voorschrijven 2 afleveren door de apotheker 3 beheer van de medicatie 4.toedienen 5. registreren
B
1 Voorschrijven 2 beheer van de medicatie 4 Gereed maken 5 Toedienen/registreren 6 rapporteren
C
1 Voorschrijven 2 toedienen 3. observeren 4.signaleren 5. rapporteren 6. Evalueren
D
1 Voorschrijven 2 afleveren door de apotheker 3 beheer van de medicatie 4 Gereed maken 5 Toedienen/registreren 6 Evalueren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Geef 2 tips die verstoringen tijdens uitzetten van medicatie voorkomen?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Noem 3 zaken die je rapporteert over medicatie

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat kunnen de bijwerkingen zijn van simvastatine?
A
misselijk, spierkrampen,hoofdpijn
B
huiduitslag, geelzucht, overmatig transpireren
C
oorsuizen, verminderd libido , spierpijn
D
spierpijn, hoofdpijn, oorsuizen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

casus
Joop Roest (55 jaar), is geboren met syndroom van Down. Hij lijkt verbaal heel sterk, maar kan soms niet duidelijk aangeven wat hij voelt. Hij kan driftig reageren bij zaken die hij niet begrijpt. Dit uit zich dan vaak door slaan, schoppen of spullen kapot maken. Mogelijk heeft een ook een stoornis uit het autismespectrum. Vorige week is hij gestart met een cholesterolverlagend middel (simvastatine). Hij vindt dit alles erg spannend. Bij elke inname van simvastatine vraagt hij: "Word ik hier beter van?" Gisteren heeft hij drie keer iets kapot gemaakt. Op de bijsluiter heb je gelezen dat dit middel vervelende bijwerkingen kan geven.

Wat kunnen de bijwerkingen zijn van simvastatine?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

casus
Willy van Schaijk, cliënt met een lichte verstandelijke beperking
Willy van Schaijk (48 jaar) kreeg tijdens de geboorte zuurstofgebrek en heeft daardoor een lichte verstandelijke beperking. Hij houdt van lekker eten, vindt gezond eten en leven minder belangrijk. Rookt en drinkt veel in het weekend. De laatste weken klaagt hij over buikpijn. Hij is bij de arts verstandelijk gehandicaptenzorg (AVG) geweest. Zij denkt dat hij last heeft van obstipatie. Willy start met 2x per dag 1 zakje movicolon.


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat doet movicolon? En wanneer wordt het gebruikt?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Patient weigert medicatie, wat moet je doen...
waar
niet waar
rapporten in zorgdossier
dwingen om te nemen
familie inlichten
op toedieningslijst vermelden
arts waarschuwen
reden achterhalen

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Welke aspecten controleer je ter voorkoming van fouten bij het distribueren van medicatie bij zorgvragers. Sleep de goede aspecten naar het oranje vlak.
juiste dosis
juiste inname door de zorgvrager
juiste medicijn
juiste tijdstip
juiste uitdeelsysteem
juiste toedingswijze
juiste zorgvrager

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

sleep 3  goeie antwoorden naar het medicijn 
Movicolon 
foute antwoorden
Maagpijn
slaperigheid 
misselijkheid
plassen
huiduitslag
braken 

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Generieke naam of stofnaam
Merknaam
Soortnaam
Diazepam
Valium®
Benzodiazepine

Slide 34 - Drag question

Stofnaam: de werkzame stof van het medicijn
Merknaam: de naam die de fabrikant geeft
Soortnaam: groep
Indicatie
Contra-indicatie
Aandoening/ziekte of symptoom waarvoor het medicijn wordt voorgeschreven
Medicijn verergert de ziekte, dit is een reden om het medicijn niet te gebruiken

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

dragee
tablet
capsule
samengeperst poeder
afgifte van de werkzame stof over een langere periode verspreid
een omhulsel met daarin het medicijn
volledig innemen
kan evt. opgelost worden in water
in overleg met arts/apoteek open te maken

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions


Een waarschuwing dat dit medicijn  invloed heeft op o.a. je concentratie.

Dit staat vaak op een antibioticakuur

Maagsapresistente tabletten, tabletten met gereguleerde afgifte en tabletten met een vieze smaak hebben iets gemeen, wat?

Een aerosol in een geneesmiddel dat je altijd moet ... voor gebruik.

Geneesmiddelen kunnen blijven hangen in de slokdarm, welke waarschuwingssticker hoort er bij?

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Signalen van gebruiksproblemen bij medicatiegebruik.
A
Medicatieontrouw Cliënt neemt medicatie niet op tijd in. Vergeet medicatie in te nemen. Is het overzicht kwijt.
B
Cliënt neemt medicatie niet op tijd in. Vergeet medicatie in te nemen. Geeft aan dat de medicijnen goed helpen.
C
Haalt niet tijdig nieuwe medicatie bij apotheek. Neemt zijn medicatie wel in. Zegt dat medicatie niet helpt.
D
Haalt niet tijdig nieuwe medicatie bij apotheek. Heeft weerstand tegen gebruik van medicatie. Maar geeft aan dat de medicatie wel werkt.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Klaar
vergeet niet op inleveren te drukken!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions