Verzekeringen

Verzekeren
Burgerschap


1 / 23
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verzekeren
Burgerschap


Slide 1 - Slide

Verzekeren
Waarom:
om een onzeker voorval te financieren

Slide 2 - Slide

Verzekeren
Waarom verzekeren mensen zich niet?

Slide 3 - Slide

Welke verzekering is verplicht?

A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basisverzekering
C
een reisverzekering

Slide 4 - Quiz

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 5 - Quiz

Een AVP vergoedt de schade als deze ... is veroorzaakt
A
Per ongeluk
B
Met opzet

Slide 6 - Quiz

Frans is passagier van de auto en slaat per ongeluk het portier tegen een voorbij komende fietser.
Welke verzekering vergoedt de schade?
A
AVP
B
Autoverzekering
C
inboedelverzekering

Slide 7 - Quiz

Sandra (16 jaar) zet haar fiets neer bij een winkel maar hij valt om tegen een geparkeerde auto. Er zit een dikke kras op de auto. Wie betaalt de schade?
A
De AVP van de auto-eigenaar
B
Sandra zelf
C
De AVP van Sandra's ouders
D
De AVP van de winkelier

Slide 8 - Quiz

Als je je bagage kwijt bent geraakt, kun je een beroep doen op je
A
AVP
B
Annuleringsverzekering
C
Reisverzekering

Slide 9 - Quiz

De AVP dekt de financiële gevolgen van
A
de diefstal van jouw fiets.
B
schade die derden jou toebrengen.
C
schade die je toebrengt aan derden.
D
slijtage aan jouw fiets.

Slide 10 - Quiz

Een ... verzekering dekt de schade die je door brand, inbraak of waterlekkage hebt aan de spullen in je huis.
A
opstal
B
inboedel
C
AVP
D
algemene schade

Slide 11 - Quiz

Wanneer je een deel van de schade zelf betaalt heet dat ...
A
Verplicht risico
B
Eigen keuze
C
Eigen risico
D
Risico premie

Slide 12 - Quiz

Wie betaalt het "eigen risico"?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde
C
Derden
D
Niemand

Slide 13 - Quiz

Een schriftelijk bewijs van de verzekeraar waarin staat dat je verzekert bent, heet een ....
A
Premie
B
Casco
C
Eigen risico
D
Polis

Slide 14 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Jaarlijkse of maandelijkse betaling voor je verzekering.
A
polis
B
premie
C
eigen risico
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 15 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Eenmalige betaling bij het afsluiten van een verzekering
A
polis
B
premie
C
poliskosten
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar
A
polis
B
premie
C
poliskosten
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 17 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
Iemand die een verzekering neemt, is de verzekeraar
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
In geval van een risico weet je zeker dat er iets fout zal gaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
Je nieuwe broek valt ook onder de inboedelverzekering
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
Wanneer je rookmelders in huis hebt, krijg je soms korting op de premie
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
In de ene regio betaal je meer premie voor je inboedelverzekering dan in een andere regio.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Bedenk (zoek op) 10 verschillende verzekeringen
Beschrijf kort wat de verzekeringen inhouden
Welke verzekeringen heb jij nu?
Welke zou jij aanschaffen als je op jezelf gaat wonen en waarom?
Probeer uit te rekenen hoeveel je dit per maand ongeveer zal gaan kosten


Slide 23 - Slide