Het paard van Sinterklaas heeft griep.
Het snuift en snottert, hoest en piept.
Het kan niet lopen, kan niet staan zo kan hij nooit het dak op gaan, wat een gesnotter en gepiep.
Het paard van Sinterklaas heeft griep.
Maar Sinterklaas, die weet van niets, hij maakt een tochtje op zijn fiets.
En Sinterklaas, die weet van niets, hij maakt een tochtje op zijn fiets.
Het paard van Sinterklaas in bed.
Piet heeft een kopje thee gezet.
Een warme kruik, dat moet wel gaan en ook nog vier pyjama’s aan, een wollen sjaal, een warme pet.
Het paard van Sinterklaas in bed.
Maar Sinterklaas, die weet van niets, hij maakt een tochtje op zijn fiets.
En Sinterklaas, die weet van niets, hij maakt een tochtje op zijn fiets.