Formuleren hoofdstuk 5 en 6

Pak je spullen!
Laptop dicht op tafel

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pak je spullen!
Laptop dicht op tafel

Slide 1 - Slide

Lesplanning Formuleren
* huiswerk nabespreken
* formuleren H5 en H6
1) variëren in zinslengte
2) verbanden tussen zinnen aanbrengen

Let op!
Telefoon in de telefoonzak

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdracht 20 mins
1) je bekijkt de tekst van een klasgenoot
2) je gaat deze tekst van feedback voorzien
– Onderstreep het korte en het lange voorbeeld in de tekst.
– Stel vast of je klasgenoot heeft gevarieerd in woordkeus en zinsopbouw.
– Markeer fouten in spelling en formulering.
- Tips/tops? let ook op hoofdletters en punten

Slide 4 - Slide

Opdracht
a) Onderstreep het korte en het lange voorbeeld in de tekst.
b) Stel vast of je klasgenoot heeft gevarieerd in woordkeus en zinsopbouw.
c) Markeer fouten in spelling en formulering.
d) Tips/tops? let ook op hoofdletters en punten
Klaar? Geef de tekst terug aan de schrijver. De schrijver herschrijft de tekst 

timer
20:00

Slide 5 - Slide

Je kunt variëren in zinslengte door enkelvoudige en samengestelde zinnen met elkaar af te wisselen. 
Variëren in zinslengte
Formuleren H5 (blz. 152-153)
Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Hebben één persoonsvorm.
Hebben meerdere persoonsvormen.
Zijn vaak kort.
Zijn vaak lang.

Slide 6 - Slide

Door jouw woordkeuze en zinsopbouw maak je een tekst aantrekkelijk. 
De lengte van jouw zinnen is ook belangrijk. Te veel korte zinnen maken een tekst saai, te veel lange zinnen maken een tekst moeilijk te begrijpen. 

Zorg er dus voor dat je varieert in zinslengte.
Variëren in zinslengte
Formuleren H5 

Slide 7 - Slide

Zinnen in een tekst horen bij elkaar, ze houden verband met elkaar. Je kunt op twee manieren verbanden aanbrengen.
1) verwijswoorden
2) signaalwoorden
 

Verbanden aanbrengen
Formuleren H6

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijd'?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits

Slide 21 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits

Slide 22 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het chronologisch tekstverband?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits

Slide 23 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 24 - Quiz

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!
Maak zelfstandig:
H5 opdracht 4 
H6 opdracht 1, 2 en 4
Kijk goed naar het overzicht met de tekstverbanden op blz. 182

Dit is huiswerk voor volgende keer!

Slide 26 - Slide