1BK H3.1

Hoofdstuk 3 Samen leven
3.1 Kleurrijk Nederland
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Samen leven
3.1 Kleurrijk Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Multiculturele samenleving
In ons land wonen mensen uit meerdere landen met een eigen cultuur. 

Cultuur zegt wat over een groep: wat eten ze, wat van kleren dragen ze, waar geloven ze in, wat vinden ze normaal etc. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat merk jij van de
multiculturele samenleving?

Slide 3 - Mind map

Als tip: 'denk aan eten, kleren, geloof...' 
Wat merk je van de multiculturele samenleving?
Kleren: kimono, de hoofddoek, keppeltje
Eten: couscous, kebab, roti, falafel, pizza, Chinees, hamburger etc. 
Geloof: Synagoge, kerk, moskee 

Maar ook: muziek, dans, kunst. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Allochtonen en autochtonen
iWe merken in Nederland veel van de multiculturele samenleving en gebruikten hierbij de woorden allochtoon en autochtoon. 
  • Allochtoon: mensen die in het buitenland zijn geboren en hun kinderen. 
  • Autochtoon: mensen van wie beide ouders in het land zelf zijn geboren. 

Het woord allochtoon wordt steeds minder gebruikt, het woord is vervangen door: 'inwoner met een migratieachtergrond.'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

In totaal zijn er iets minder dan twee miljoen inwoners met een niet-Nederlandse nationaliteit. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ken jij iemand met een migratie-achtergrond?

Slide 8 - Open question

Denk ook aan omliggende landen! Iemand die uit Duitsland hier komt wonen, heeft ook een migratie achtergrond. 
Soorten migranten
Vaak wordt er een verschil gemaakt tussen twee soorten migranten: 
  • Westerse migranten: de cultuur in deze landen lijkt op onze cultuur. Denk aan Europese landen, Amerika of Australië. 
  • Niet-westerse migranten: de cultuur in deze landen lijkt niet op onze cultuur. Denk aan Marokko, Turkije of Syrië. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De aantallen in de gemeente Aalten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
Lijken erg op elkaar, maar er is een klein verschil:
Afkomst: waar je voorouders vandaan komen. 
Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen. 

Slide 11 - Slide

Noem een voorbeeld. 
Migranten
Een migrant is iemand die verhuist binnen land of naar een ander land. Er zijn twee soorten: 
  1. Emigrant: iemand die uit een land verhuist naar een ander land. 
  2. Immigrant: iemand die in een ander land gaat wonen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Migranten verhuizen niet zomaar. Vaak zijn er vervelende omstandigheden in je eigen land: een natuurramp, oorlog, veel werkeloosheid of je wordt niet geaccepteerd in je land. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Push en Pull
Er zijn veel redenen waarom mensen willen emigreren (vertrekken uit je eigen land). Al deze redenen vallen onder twee soorten: 
  1. Pushfactoren: redenen om te vertrekken uit je land. Bijvoorbeeld: oorlog, werkeloosheid, natuurramp, werk, onveilig wonen, politieke vluchteling. 
  2. Pullfactoren: redenen om naar een bepaald land te verhuizen. Bijvoorbeeld: werk, geen natuurrampen, familie, acceptatie. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions