Les 3: De formele brief/e-mail en gesprekken voeren

Docent: Sasja Blankemeijer        Nederlands
Les 3: Dinsdag 24 mei 2022
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Docent: Sasja Blankemeijer        Nederlands
Les 3: Dinsdag 24 mei 2022

Slide 1 - Slide

Wat leren we vandaag?

  • Binnenkomst (9.00 -9.10)
  • Wat is een formele brief of e-mail? (9.10-9.20)
  • Wat is de indeling van een formele brief of e-mail? (9.20-9.35)
  • Hoe schrijf ik een formele brief of e-mail?(9.35-10.15)
  • Pauze (10.15-10.30)
  • Hoe presenteer ik mijzelf in een informeel gesprek? (10.30-11.45)

Slide 2 - Slide

Een formele brief of e-mail schrijf je naar mensen die je niet goed kent. Bijvoorbeeld een bedrijf, school of gemeente. Je schrijft over zakelijke dingen.

Voorbeeld: een sollicitatiebrief, een brief naar de gemeente, een brief naar een klant.

Begin een formele brief of e-mail met: Geachte meneer/mevrouw + achternaam.
Eindig met: Met vriendelijke groet + jouw naam.

Slide 3 - Slide

Een formele brief schrijven
Maak oefening 6 (zie mapje)
Je werkt bij een supermarkt. Over drie maanden, op 18 september, gaat je broer trouwen.
Schrijf een briefje aan de bedrijfsleider (dhr. Vermeulen) waarin je vrij vraagt.

Wat moet er in de brief staan?

Slide 4 - Slide

PAUZE

Slide 5 - Slide

Indeling van de formele brief/e-mail
Zie mapje
Maak oefening 3
Heb je tijd over? Maak oefening 4 en 5

Slide 6 - Slide

Gesprekken voeren: wat is voor jou belangrijk?
  • Dat je rustig blijft en niet in paniek raakt
  • Dat je jezelf bent en niet anders/beter probeert te doen
  • Dat je je kunt concentreren op het gesprek
  • Dat je antwoord kunt geven op de vragen
  • Dat je vragen kunt/durft te stellen
  • Dat je je mening kunt geven
  • Dat je.......
  • Dat je.......
  • Dat je........

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Oefenen met gesprekken voeren

Praatje op het werk met je leidinggevende/manager/jobcoach

De koffie op het werk is niet lekker. De computercursus die je doet vind je goed. Je vindt dat je goed met je collega kan samenwerken.

Slide 9 - Slide

Vragen bij de video (eerste deel)
1. Wat vindt Martijn van het computerprogramma waarmee hij werkt?
2. Wat vindt Martijn van de computercursus?
3. Wat vraagt de chef aan Martijn over de collega?

Vragen bij de video (tweede deel)
1. Wat vindt Martijn van zijn collega Johan en wat zegt Martijn hij daarover tegen meneer Maas?
2. Wat vraagt meneer Maas aan Martijn als het gaat om het werk van Martijn?

Slide 10 - Slide

Feedback op het gesprek

1. Kan ik het verstaan? Hard genoeg?
2. Begrijp ik het? Goede uitspraak? Zinsvolgorde?
3. Is het gesprek logisch? Kloppen de antwoorden met de vraag?
4. Hoe komt de persoon over?

Let op: Soms is de grammatica NIET goed, maar begrijpen we het gesprek wel. Dat is het belangrijkste!!

Slide 11 - Slide

Goed gewerkt!

Slide 12 - Slide