2a1 leesvaardigheid

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling leesvaardigheid
- Theorie herhalen
- Filmpje over signaalwoorden
- Filmpje over leesstrategieën
- Quiz
- Woordweb maken + check in duo's
- info toets 31 januari

Slide 2 - Slide

Leesvaardigheid

THEORIE

Slide 3 - Slide

Titel
De titel van de tekst staat bovenaan.

Let op: de titel is niet hetzelfde als het onderwerp

Slide 4 - Slide

Onderwerp

Het onderwerp is in een paar woorden waar de hele tekst over gaat.

Slide 5 - Slide

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte is in een hele zin wat de schrijver zegt over het onderwerp.

Slide 6 - Slide

Hoofdgedachte / onderwerp

Als ik aan de klas vraag een tekst te schrijven over PCC Lyceum, dan schrijft iedereen over hetzelfde onderwerp.

Toch heeft elke tekst een andere hoofdgedachte, omdat elke schrijver er iets anders over zegt.

Slide 7 - Slide

Tekstverband
Alinea's of zinnen kunnen onderling iets met elkaar te maken hebben. Er bestaat een relatie tussen.
Zo'n relatie noem je een verband.

Slide 8 - Slide

Tekstverband

Er zijn verschillende tekstverbanden. Om een tekstverband te benoemen moet je signaalwoorden in de tekst herkennen.

Zodra je signaalwoorden herkent, zul je het tekstverband zien en de tekst op die manier beter kunnen analyseren.

Slide 9 - Slide

Tekstverband
Er zijn verschillende tekstverbanden:


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Leesstrategieen
- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 12 - Slide

voorspelling (oriënterend lezen)
  1. kijk naar de tekst:  TIPS
Titel
Inleiding
Fotos & Illustratie
Bronnen
Waarover gaat de tekst?

    Slide 13 - Slide

    Globaal lezen
    - titel en tussenkopjes lezen
    - lees de inleiding en het slot
    - lees de eerste en laatste zin van elke alinea

    Wat is de meest belangrijke informatie over deze tekst?

    Slide 14 - Slide

    Zoekend lezen
    - lees de titel en tussenkopjes
    -  zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt.
    - kijk naar anders gedrukte woorden
    - stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt

    Gerichte informatie zoeken.

    Slide 15 - Slide

    Intensief lezen
    - lees de hele tekst
    - let op de inleiding en tussenkopjes
    - zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's
    - zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.

    Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen.

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Video

    Het onderwerp van een tekst is altijd een hele zin.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 18 - Quiz

    Een samenvatting van een tekst in één zin noem je de hoofdgedachte van de tekst.

    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 19 - Quiz

    De hoofdgedachte van een tekst is altijd een hele zin.

    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 20 - Quiz

    Twee teksten die over hetzelfde onderwerp gaan kunnen een heel verschillende inhoud hebben.


    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 21 - Quiz

    Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 22 - Quiz

    Slide 23 - Slide

    een strip van Suske en Wiske lezen heeft als doel....

    A
    Leren lezen
    B
    amuseren
    C
    overtuigen
    D
    informeren

    Slide 24 - Quiz

    een uitleg hoe een keukenkast in elkaar gezet wordt heeft als doel.....

    A
    overhalen
    B
    informeren
    C
    instrueren
    D
    overtuigen

    Slide 25 - Quiz

    een advertentie in een tijdschrift over een vakantie in Spanje heeft als doel...…

    A
    amuseren
    B
    informeren
    C
    overtuigen
    D
    overhalen

    Slide 26 - Quiz

    Mats schrijft een tekst waarom de eerste film van Harry Potter de leukste film is.

    A
    overhalen
    B
    overtuigen
    C
    informeren
    D
    amuseren

    Slide 27 - Quiz

    een artikel in de krant heeft als doel...…

    A
    overtuigen
    B
    amuseren
    C
    informeren
    D
    overhalen

    Slide 28 - Quiz