This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 5 Beweging
Paragraaf 1: beweging vastleggen
Paragraaf 2: gemiddelde snelheid berekenen (met een game)
Paragraaf 3: soorten beweging
Paragraaf 4: remmen en botsen
Slide 1 - Slide
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
60
3600
Slide 2 - Poll
Hoeveel minuten zitten er in een uur?
60
3600
Slide 3 - Poll
Hoeveel seconden zitten er in een uur?
60
3600
Slide 4 - Poll
Gemiddelde snelheid
Remweg
Vertragen
Schaal
Slide 5 - Drag question
Leerdoelen par 5.1 (deel 1)
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt.
2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd.
3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.
Slide 6 - Slide
Beweging
= afstand afleggen in een bepaalde tijd
Slide 7 - Slide
Stroboscoop
= Lamp die met vaste tussenpozen flitst.
Bijv. elke 0,05 seconde
Slide 8 - Slide
Stroboscopische foto
= een foto waarop je beweging vastlegt
uit de foto kun je de berekenen hoelang de beweging duurde.
Slide 9 - Slide
zesde foto
Vierde foto
Afstand in echt
tussenruimte
Slide 10 - Drag question
Hoe vaak is het balletje gefotografeerd?
Slide 11 - Open question
Hoeveel tussenruimtes zijn er?
Slide 12 - Open question
Informatie uit een stroboscopische foto
Slide 13 - Slide
Rekenen met een stroboscopische foto
Twee dingen weten:
Hoeveel tijd zit er tussen elke lichtflits.
Het aantal tussenruimtes.
Duur van de beweging =
Aantal tussenruimtes * tijd tussen 2 flitsen
Slide 14 - Slide
Hoelang duurt de beweging op de foto? Tijd tussen 2 flitsen = 0,5 sec
A
0,5 sec
B
3 sec
C
3,5 sec
D
5 sec
Slide 15 - Quiz
Hoelang duurt de beweging op de foto? Tijd tussen 2 flitsen is 0,25 sec
A
1 sec
B
2 sec
C
0,25 sec
D
2,25 sec
Slide 16 - Quiz
Waar beweegt de bal het snelst?
Waar beweegt hij het langzaamst?
Slide 17 - Slide
langzaam
snel
veel afstand tussen 2 foto's
weinig afstand tussen 2 foto's
Slide 18 - Slide
Herhaling leerdoelen
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt. 2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd. 3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.
Slide 19 - Slide
Tijd tussen 2 flitsen: 0,25 sec Hoelang duurt de beweging?
Slide 20 - Open question
In 0,5 s heeft de hand 0,4 meter afgelegd. Hoe groot is de afstand die de hand aflegt in 1 sec?