Cursus 1-§2 Inleiding en slot- Havo3



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Kennismaken
Doel van de les
Tien minuten stil lezen
Kleine terugblik herhaling leerjaar 2
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Kennismaken
Doel van de les
Tien minuten stil lezen
Kleine terugblik herhaling leerjaar 2
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je verschillende functies van een inleiding en slot kunt herkennen en toepassen in een tekst en hoe je verschillende aandachtstrekkers in een inleiding van een tekst kunt herkennen


Slide 2 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
De inleiding van een tekst heeft twee functies: de lezer nieuwsgierig maken en het onderwerp introduceren. De inleiding kan uit één of twee alinea’s bestaan, soms zelfs meer.







Aan het begin van de inleiding probeert de schrijver de lezer nieuwsgierig te maken met een of meer van de volgende  aandachtstrekkers:

Slide 3 - Slide

§ 2 Tekstverbanden

  • iets uit de actualiteit
  • iets uit de geschiedenis
  • een voorbeeld, zoals een anekdote, een (meestal grappig) waargebeurd verhaaltje of een eigen ervaring
  • iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is
  • de aanleiding voor het schrijven van de tekst
  • tot de verbeelding sprekende cijfers rondom een probleem



Bekijk voordat je de opdrachten gaat maken goed de voorbeelden op blz.10

Slide 4 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Vervolgens introduceert de schrijver in een volgende alinea het onderwerp door:
  • een hoofdvraag en eventueel deelvragen over een verschijnsel te stellen
  • zijn standpunt te geven
  • een probleem te formuleren door middel van een probleemstelling

Slide 5 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Ook het slot van een tekst kan uit een of meer alinea’s bestaan. Daarin formuleert de schrijver vaak de hoofdgedachte van de tekst: het antwoord op de hoofdvraag, een herhaling van het standpunt of de 

Vaak is de hoofdgedachte een conclusie of een samenvatting. Die kan de schrijver aanvullen met een aanbeveling (advies) of een toekomstverwachting


Hij gebruikt daarbij signaalwoorden die wijzen op die functies, zoals daarom, kortom, al met al en dus. Soms sluit de schrijver in het slot aan bij de inleiding, zodat de tekst mooi ‘rond’ is.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 8 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz. 
opdracht- opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 9 - Slide

Aan de slag

Slide 10 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Maken:
Je maakt eerst met je IPad alle opdrachten van de cursus 'Meer dan lezen' § 1 herhaling leerjaar 2 hv

Klaar? Dan IPad in je tas en je gaat verder met je flexboek  cursus 1-§2
Voordat je met de opdrachten begint, bekijk je eerst de voorbeelden die in de theorie staan!

Blz. 11 t/m 16  opdr. 1 t/m 7
opdracht 2 + 7 op fluistertoon!


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

§ 2 Tekstverbanden

Slide 13 - Slide