MTH, leerjaar 1, blok 1, les 2

Blok 1, les 2, Hygiëne
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Medisch technisch handelenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Blok 1, les 2, Hygiëne

Slide 1 - Slide

Bespreken huiswerkopdracht 1
Hygiëne: alle handelingen die er op gericht zijn besmetting met schadelijke micro-organismen te voorkomen.

Micro-organisme: een micro-organisme is een organisme dat te klein is om met het blote oog gezien te worden.
 

Slide 2 - Slide

Besmetting: het binnendringen/overbrengen van levende M.O. Via huid en slijmvliezen.

Infectie: het binnendringen en het zich vermenigvuldigen (en verspreiden) van levende M.O. binnen het lichaam. 

Slide 3 - Slide

Pathogeniciteit/pathogeen: ziekmakend vermogen van een biologische ziekteverwekker, bijvoorbeeld een bacterie, virus of schimmel.  
 
Vectoren: een vector is een organisme dat ziekteverwekkers of parasieten kan overbrengen van de ene gastheer (dier of plant) naar de andere. De vector is dus niet zelf de veroorzaker van ziekten, maar zorgt dat het ziekmakende organisme wordt overgedragen. Bv malaria via mug, ziekte van Lyme via teek.

Slide 4 - Slide

De intrinsieke eigenschappen: eigenschap van een micro-organisme die onafhankelijk is van andere factoren.  
 
Toxisch: giftig  
 
Essentieel: heel belangrijk

Slide 5 - Slide

Preventieve maatregelen: maatregelen om (onnodig) risico te voorkomen  
 
Steriel instrumentarium: instrumentarium waarbij gebruikt is gemaakt van het medisch proces gericht op het doden van micro-organismen op een oppervlak totdat de kans dat dergelijke organismen nog levend op het oppervlak aangetroffen worden, kleiner is dan 1 op een miljoen. 

Slide 6 - Slide

Desinfecteren: het verlagen van het aantal micro-organismen op voorwerpen en/of materialen tot een aanvaardbaar niveau.  
 
Reduceren: verminderen  
 
Infectiepreventie: het voorkómen van een infectie.

Slide 7 - Slide

Maken (huiswerk) opdracht 2 

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
1. Hiv(virus)- besmette naald - bloed- gastheer( vb da)

2. Wij kunnen door microben besmet raken. Bijvoorbeeld een besmet oppervlak aan te raken en daarna onze mond, neus, ogen aan te raken of door voedsel te eten dat besmet is door aanraking met besmette handen. Dit proces wordt de infectieketen genoemd. 

Slide 10 - Slide

Voorbeelden
patiënt A heeft griep, door het hoesten gaat het virus door de lucht en belanden op het gezicht van patiënt B, zo wordt patiënt B besmet, doordat het virus de kans krijgt te vermenigvuldigen raakt ook patiënt B geïnfecteerd en wordt ziek.

Slide 11 - Slide

Hand hygiëne

Slide 12 - Slide

Handdesinfectie en handreiniging

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Handalcohol:

  • Heeft de voorkeur
  • Pas toe voor handelingen
  • Huidvriendelijker
  • Grotere kiemreductie
  • Geen wastafel nodig
  • Gaat sneller
Wassen met water en zeep:
 
  • Gebruik bij zichtbare    vervuiling
  • Gebruiken bij norovirus en Clostridium bacterie 
  • Na wassen met water en zeep wordt handalcohol afgeraden.

Slide 15 - Slide

Aanbevelingen.
  • Wondjes afdekken
  • Handalcohol met terug vettende bestanddelen
  • Gebruik een lotion of crème
  • Gebruik zeepdispensers
  • Gebruik papieren wegwerphanddoekjes 

Slide 16 - Slide

Handschoenen

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Niet-steriele handschoenen:

  • Contact met bloed, lichaamsvochten, slijmvliezen of niet intacte huid
Steriele handschoenen:

  • Bij invasieve ingrepen met een indicatie voor steriel werken

Slide 19 - Slide

Aandachtspunten handschoenen.
  • Geen alternatief voor handreiniging of desinfectie
  • Verkleinen overdracht M.O.
  • Goede pasvorm
  • Wanneer handelingen van vuil naar schoon plaatsvinden dan tussendoor handschoenen vervangen.

Slide 20 - Slide

Voor dat ik een bloeddruk ga meten bij een patiënt pas ik handhygiëne toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Nadat ik een verband bij een patiënt heb aangelegd, pas ik handhygiëne toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Ik heb een druppel urine op mijn hand. Het is voldoende om dit met handalcohol te desinfecteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Als ik wondje op mijn hand heb dan:
A
Maak ik dit elke half uur schoon met handalcohol
B
Was ik elk half uur mijn handen met water en zeep
C
Dek ik het wondje af
D
Kan ik niet werken

Slide 24 - Quiz

Wat betekent toxisch?
A
Besmettelijk
B
Giftig
C
Dit is een bacterie
D
Dit is een virus

Slide 25 - Quiz

Een micro-organisme is met het blote oog te zien.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quiz

Bij een infectie hebben de micro-organisme zich verspreid en vermenigvuldigd.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Of je ziek wordt na een besmetting is afhankelijk van:
A
Je weerstand
B
Het ziekmakend vermogen van het m.o.
C
De eigenschappen van het m.o.
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 28 - Quiz

Pathogeniciteit betekent:
A
Iemand die dode mensen onderzoekt
B
De weerstand van een patient
C
De leer van ziektes
D
Ziekmakend vermogen van een M.O.

Slide 29 - Quiz

Preventie betekent:
A
Iets voorkomen
B
Iets genezen
C
Iets herstellen
D
Niks meer aan te doen

Slide 30 - Quiz

We spreken van een steriel instrument als er minder dan...….levende M.O. worden aangetroffen.
A
1
B
1 op een miljoen
C
1 op duizend
D
1 op 100

Slide 31 - Quiz

Welk begrip wordt hier bedoeld:
Het verlagen van het aantal M.O.. op voorwerpen en/of materialen tot een aanvaardbaar niveau.
A
Steriliseren
B
Hygiëniseren
C
Desinfecteren
D
Reduceren

Slide 32 - Quiz

De overheid wil het aantal corona besmettingen reduceren.
Wat wordt hier mee bedoeld?
A
Verhogen
B
Gelijk houden
C
Verlagen
D
Stopzetten

Slide 33 - Quiz

Theorietoets 
In blok 1 hebben we 2 kleine theorie toetsen.
Toets 1: bladzijde 4 t/m 9 + huiswerkopdrachten

Datum: 8-10-2021 
30 minuten (45 minuten)
Overige les: nieuw onderwerp


Slide 34 - Slide

huiswerk opdracht
Opdracht 3 & 4 maken

Slide 35 - Slide

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll