1.2 De schoenenwinkel

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 3

1.2 De schoenenwinkel

Begrippen / doelen

-Afzet
-Omzet

-Inkoopwaarde van de verkopen

-Belasting toegevoegde waarde (btw)

-Winkelprijs / consumentenprijs

-Inclusief en exclusief btw

Afzet

Hoeveelheid verkochte producten.

Omzet

- Afzet x verkoopprijs

- Verkoopopbrengst

Inkoopwaarde

De te verkopen producten moet je eerst inkopen.

Het totaal van deze inkopen noem je de inkoopwaarde.

Berekening: inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs

Consumentenprijs

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw

21% btw

Kassabon

De BTW is 21%

Je betaalt hier € 1,73 

aan BTW (geen winst!)

Belasting
Toegevoegde Waarde

Opdracht / samenvatting

Bedenk een bedrijf die je graag wilt starten. We gaan nu samen de paragraaf in korte steekwoorden samenvatten. Bewaar deze goed want we gaan hier mee verder. 

exclusief en inclusief

exclusief zit BTW erbij is 121 of 109%

exclusief zit btw er niet bij 100%

Inkoopwaarde =

1. alle producten die hebt ingekocht
2. alle producten die je hebt verkocht
3. Alle bedrijfskosten
4. Alle reclamekosten

Afzet is:

1. Omzet - brutowinst
2. Het geld dat je krijgt
3. Het aantal verkochte producten
4. Nettowinst - omzet

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...

1. Afzet x Verkoopprijs
2. Verkoopprijs x Inkoopprijs
3. Afzet x Inkoopprijs
4. Kosten + Verkoopprijs

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting over de toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting over de toegevoegde waarde