Klas 3 begrippentoets H7+8

Klas 3 begrippenH7
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klas 3 begrippenH7

Slide 1 - Slide

Wat is privatisering?
A
De overheid koopt een dienst of activiteit van een particulier bedrijf met het idee hier winst me te kunnen maken.
B
De overheid stimuleert particuliere bedrijven om meer mensen in dienst te nemen.
C
De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector.
D
Het privévermogen van eigenaren van bedrijven in de particuliere sector wordt door de overheid beschermd.

Slide 2 - Quiz

Volksverzekeringen zijn…
A
sociale voorzieningen die iedere inwoner van inkomen voorziet in moeilijke tijden.
B
sociale verzekeringen voor alle mensen die werken in Nederland.
C
financiële bijdragen van de overheid voor gepensioneerden.
D
sociale verzekeringen voor alle inwoners.

Slide 3 - Quiz

De bijstand is een…
A
sociale voorziening
B
sociale volksverzekering
C
sociale werknemersverzekering
D
een vorm van subsidie

Slide 4 - Quiz

De overheid betaalt de kinderbijslag met geld van..
A
de premies volksverzekeringen
B
de premies werknemersverzekeringen
C
de belastinginkomsten
D
de collectieve goederen

Slide 5 - Quiz

Welke bewering is ONJUIST?
A
Bij het heffen van belasting kijkt de overheid naar de hoogte van je inkomen
B
Profijtbeginsel betekent dat je moet betalen als je ergens gebruik van maakt
C
De belasting die een VOF betaalt over de winst heet Vennootschapsbelasting
D
De overheid en de instellingen voor sociale zekerheid samen noemen we de Collectieve sector

Slide 6 - Quiz

Een voorbeeld van directe belastingen is..
A
de BTW die je betaalt als je afrekent bij Albert Heijn
B
de belasting die je betaalt over je loon
C
de accijns die je betaalt op een liter benzine
D
toeristenbelasting die je als toerist in een hotel betaalt

Slide 7 - Quiz

Welke bewering is JUIST?
A
Innovatie is het afschaffen van nieuwe productiemethode
B
Als de verwachte inkomsten kleiner zijn dan de verwachte uitgaven is er sprake van een begrotingstekort
C
Collectieve goederen zijn bedoeld voor werknemers in dienst van de overheid
D
Kinderbijslag is en volksverzekering

Slide 8 - Quiz

Maak het verschil duidelijk tussen directe en indirecte belastingen.

Slide 9 - Open question

Verschil directe-indirecte belasting
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid. (Bijvoorbeeld loonbelasting en inkomstenbelasting)

Indirecte belastingen zijn verwerkt in de prijs van en product. De winkelier waarbij je iets koopt draagt deze belasting af aan de belastingdienst (BTW en accijns, kostprijsverhogende belasting)

Slide 10 - Slide

Wat is het draagkrachtbeginsel?

Slide 11 - Open question

Draagkrachtbeginsel
Met een lager inkomen betaal je in verhouding minder belasting dan met een hoger inkomen.
Er wordt bij de berekening van de loon- en inkomstenbelasting rekening gehouden met de hoogte van je inkomen.

Slide 12 - Slide

Wat is het solidariteitsbeginsel?

Slide 13 - Open question

Solidariteitsbeginsel
Dit betekent dat iedereen een deel van zijn inkomen moet afstaan voor de mensen die zelf geen inkomen kunnen verdienen.

Slide 14 - Slide

Wat is het profijtbeginsel?

Slide 15 - Open question

Profijtbeginsel
Dat betekent dat je betaalt als je ergens gebruik van maakt. Bijvoorbeeld motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting). Deze belasting betaal je voor het bezit van een motorrijtuig.

Slide 16 - Slide

Schrijf de volgende afkorting voluit: AOW

Slide 17 - Open question

Als aanbieders van producten elkaar beconcurreren noemen we dat. ……

Slide 18 - Open question

Sociale verzekeringen voor de mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt noemen we . …......

Slide 19 - Open question