2.4 EN 2.5 VRAGEN EN ANTWOORDEN

Wat gaan we doen: Aantal vragen behandelen/stellen ook van paragraaf 2.4/ 2.5. 
Waarom:  om steeds meer kennis (puzzelstukjes) te verzamelen om ons doel te bereiken.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen: Aantal vragen behandelen/stellen ook van paragraaf 2.4/ 2.5. 
Waarom:  om steeds meer kennis (puzzelstukjes) te verzamelen om ons doel te bereiken.

Slide 1 - Slide

Blz 78 opgave 2.19 b
Bereken de procentuele koopkrachtstijging/daling van Theo's netto inkomen.
A
0,94%
B
2,5%
C
weet ik veel
D
99,03%

Slide 2 - Quiz

Blz 79 opgave 2.20 c Bekijk de bron.
In welke jaren in de periode 2007 tot en met 2024 daalde de koopkracht van de brutolonen.
A
In de periode 2008-2011 en 2015 -2016
B
In de periode 2017-2021
C
in geen enkel jaar
D
in alle jaren

Slide 3 - Quiz

Vaak moet je begrippen/ definities kennen ook om de vraag te kunnen begrijpen !

Slide 4 - Slide

Als de arbeidsmarkt krapper wordt dan .....
A
is je kleding om te werken te klein
B
hebben werkgevers moeite om aan goed opgeleid personeel te komen
C
hebben werknemers moeite om aan een baan te komen
D
hebben werkgevers het voor het zeggen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Als binnenlands product toeneemt dan
A
wint Feijenoord van Ajax
B
neemt de totale geldwaarde van alle in land geproduceerde goederen en diensten af
C
neemt de totale geldwaarde van alle in land geproduceerde goederen en diensten toe.
D

Slide 7 - Quiz

Loonmatiging is ...
A
een beleid waarbij de daling van de lonen van de werknemers zo veel zo veel mogelijk beperkt gehouden worden
B
een beleid waarbij de stijging van de lonen van de werkgevers zo veel mogelijk beperkt gehouden worden
C
Ik moet dit echt gaan leren want ik weet het niet
D
een beleid waarbij de stijging van de lonen van de werknemers zo veel mogelijk beperkt gehouden worden

Slide 8 - Quiz

Aanzuigeffect is ...
A
dat extra werkzoekenden zich aanbieden op de arbeidsmarkt als de economie aantrekt en de werkgelegenheid toeneemt
B
dat minder werkzoekenden zich aanbieden op de arbeidsmarkt als de economie aantrekt en de werkgelegenheid toeneemt
C
dat extra werkzoekenden zich aanbieden op de arbeidsmarkt als de economie verslechtert en de werkgelegenheid toeneemt
D
dat extra werkzoekenden zich aanbieden op de arbeidsmarkt als de economie aantrekt en de werkgelegenheid afneemt

Slide 9 - Quiz

ALLES HEEFT GEVOLGEN
Consumptie, investeringen en export neemt sterk toe
Wat gebeurt er met de hoeveelheid die geproduceerd wordt?
Wat doet het met de vraag naar arbeid?
Wat doet het met de arbeidsmarkt?
Wat ontstaat er op de arbeidsmarkt?
Wat betekent dit voor de beroepsbevolking? 

Slide 10 - Slide

Bekijk blz 84 opgave 2.23. We gaan gezamenlijk b tot en met e bekijken

Slide 11 - Slide

Bekijk blz 84 opgave 2.23. We gaan gezamenlijk b tot en met e bekijken

Slide 12 - Slide

Bekijk blz 84 opgave 2.23. We gaan gezamenlijk b tot en met e bekijken

Slide 13 - Slide

Bekijk blz 84 opgave 2.23. We gaan gezamenlijk b tot en met e bekijken

Slide 14 - Slide

Bekijk blz 84 opgave 2.23. We gaan gezamenlijk b tot en met e bekijken

Slide 15 - Slide

We gaan op bladzijde 85 hiervan de vragen bekijken.

Slide 16 - Slide

Afsluiting 

Slide 17 - Slide