This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom!
Pak je boek (h3.3)
Slide 1 - Slide
Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen per dag. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit per dag.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000
Slide 2 - Quiz
Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden
Slide 3 - Quiz
Als de arbeidsproductiviteit stijgt dan
A
dalen de variabele kosten per product.
B
stijgen de variabele kosten per product.
C
dalen de vaste kosten per product.
D
stijgen de vaste kosten per product.
Slide 4 - Quiz
H3.3 leerdoelen. Je weet:
Hoe je in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid afleest en tekent.
Waardoor de vraag- en aanbodlijn kunnen verschuiven.
Waarom er bij minimum- of maximumprijzen geen evenwicht op de markt ontstaat.
Wanneer een markt transparant is.
Slide 5 - Slide
Wat is een (economische) markt?
Markten:
Concrete markt
Abstracte markt
Een plaats waar op afgesproken tijden in goederen wordt gehandeld.
Het geheel van vraag naar en aanbod van een product.
Slide 6 - Slide
Waardoor worden prijzen bepaald?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Video
V = vraag
A = aanbod
P = prijs
Q = hoeveelheid
Als de prijs stijgt:
daalt de vraag
stijgt het aanbod
V = A
Marktevenwicht
Slide 9 - Slide
Vraag en aanbod
Wat is de minimale prijs die een aanbieder wil hebben?
Wat is de maximale prijs die een vrager wil betalen?
Als er meer aanbod is, en minder vraag, dan daalt de prijs.
Als er meer vraag is dan aanbod, dan stijgt de prijs.
Slide 10 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 11 - Slide
De telecommarkt is een ...
A
concrete markt.
B
abstracte markt.
Slide 12 - Quiz
De huizenmarkt is een voorbeeld van een ...
A
abstracte markt.
B
concrete markt.
Slide 13 - Quiz
Een supermarkt is een voorbeeld van ...
A
een concrete markt.
B
een abstracte markt.
Slide 14 - Quiz
Een evenwichtsprijs ontstaat wanneer ...
A
er meer aanbod is dan vraag.
B
de producent tevreden is met de verkoopprijs.
C
er meer vraag is dan aanbod.
D
vraag en aanbod gelijk zijn aan elkaar.
Slide 15 - Quiz
In een jaar produceert Apple 220.000 smartphones. In de totale markt worden 600.000 smartphones gemaakt. Wat is het marktaandeel van Apple?
Slide 16 - Open question
In 2010 zijn er 38.097 spelcomputers verkocht in Nederland. Media Markt heeft er daarvan 2.000 verkocht. Bereken het marktaandeel van Media Markt op twee decimalen nauwkeurig. Tip: gebruik de formule: eigen afzet/totale afzet x 100%
Slide 17 - Open question
Heb je de lesstof nog niet goed begrepen? Kijk dan naar de volgende video's.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Maken h3.3
Klaar? Lezen h3.4
Slide 21 - Slide
H3.3 leerdoelen. Je weet:
Hoe je in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid afleest en tekent.
Waardoor de vraag- en aanbodlijn kunnen verschuiven.
Waarom er bij minimum- of maximumprijzen geen evenwicht op de markt ontstaat.