This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
economen!
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 8
Paragraaf 3 - Samenwerken is slimmer!
3 mavo
Slide 2 - Slide
Programma
Terugblik paragraaf 8.2 (invoerrechten)
Bespreken vragen 8.2
Uitleg 8.3
Maken paragraaf 8.3
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Wat moet je kennen/ kunnen?
Ik moet kunnen beschrijven wat de voor- en nadelen zijn van het lidmaatschap aan de EU?
Ik moet kunnen beschrijven wat de EMU is en wat de voor- en nadelen zijn van de EMU?
Ik moet kunnen beschrijven wat de ECB is en voor welke zaken binnen de EU zij verantwoordelijk zijn.
Ik moet weten wat de Brexit is en wat de gevolgen zijn voor Nederland en Groot-Brittannië.
Slide 5 - Slide
Europese Unie
Slide 6 - Mind map
Kenmerken van de Europese Unie
gemeenschappelijke regels in de verschillende landen
vrijhandel (de EU heeft een interne markt)
Er is vrij verkeer van:
goederen (vrijhandel = geen invoerrechten)
diensten (vrijhandel = geen invoerrrechten)
personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)
Slide 7 - Slide
Europese Unie (verschillen)
Elk land heeft zijn eigen btw-tarief.
Het komt voor dat het ene EU-land strengere milieuregels heeft dan een ander EU-land --> Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen EU-landen.
Slide 8 - Slide
Europese monetaire unie (EMU)
Binnen de EU is een Europese Monetaire Unie (EMU) opgericht. Het doel van de EMU is om één gezamenlijke munt (de euro) in de EU te gebruiken. Je noemt dit ook wel de Eurozone .
Slide 9 - Slide
Europese monetaire unie (EMU)
Waarom?
je kunt de prijs van producten dan beter met elkaar vergelijken.
je dan geen kosten voor het omwisselen van valuta’s hebt.
SMS LL FF BONDIGE CLIPS (ezelsbruggetje)
Slide 10 - Slide
Europese monetaire unie (EMU)
Let op!
Niet alle EU landen horen bij de EMU!
Bijvoorbeeld Zweden hoort wel bij de EU, maar niet bij de EMU.
Slide 11 - Slide
Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's
Slide 12 - Quiz
26 september 2022 € 1 = $ 0,97
28 februari 2023 € 1 = $ 1,06
NL exporteert voor € 1.000 goederen.
VS betaalt € 1.000 x 0,97 = $ 970 NL ontvangt € 1.000