5VWO- Republiek van Weimar - 1933

1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vorige les
6. Je kan uitleggen waarom de economische wereldcrisis die met de Beurskrach begon in Duitsland  voor politieke instabiliteit zorgde.
7. Je kan de populariteit van de NSDAP verklaren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 5 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is

Slide 6 - Quiz

Waarom was de NSDAP zo populair in 1929?
Door:
A
Werkloosheid crisis
B
Mensen kregen geld als je bij de partij ging
C
Slimme propaganda
D
Militarisme

Slide 7 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme
A
Rassenleer
B
Nationalisme
C
Eén autoritaire leider
D
Democratie

Slide 8 - Quiz

Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen deze les
Samen: 8 . Je kan uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.
Zelf: 9. Je kan uitleggen hoe de Duitse samenleving werd genazificeerd.

Slide 10 - Slide

Leerdoel 8
Je kan uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.

Slide 11 - Slide

De Beurskrach
  • Door de Beurskrach veel werkloosheid en ellende.
  • De NSDAP wordt populairder dan ooit.
  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...

  • ...en mensen stemmen massaal op hem!

Slide 12 - Slide

Gevolgen

De NSDAP is bij de verkiezingen van 1932 de grootste partij.

Hitler wordt aangewezen als  Rijkskanselier. (minister-president)

Slide 13 - Slide

Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
  • Na de verkiezingen van november 1932 wordt de NSDAP de grootste partij.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: Hitler wordt Rijkskanselier (minister-president). 
  • Er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven, die zouden plaatsvinden in maart 1933.

Slide 14 - Slide

Rijksdagbrand
27 februari 1933
  • De Rijksdag wordt op 27 februari in brand gestoken.
  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 15 - Slide

Rijksdagbrand
verordening
28 februari 1933



  • Een dag later voert Hitler de Rijksdagbrand verordening in.
  • De brand wordt afgeschilderd als een aanval van vijanden.
  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement
  • Politieke tegenstanders vervolgd
  • Anti-nazi acties worden verboden

Slide 16 - Slide

Hitler aan de macht
  •  

Slide 17 - Slide

Machtigingswet
24 maart 1933
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 18 - Slide

Het interbellum
De tijdlijn van de NSDAP en Hitler

Slide 19 - Slide

Geef antwoord op het leerdoel: Je kan uitleggen hoe Hitler in 1933 de volledige macht in Duitsland in handen kreeg.

Slide 20 - Open question

Samenvatting
 Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd Hitler in 1933 benoemd tot rijkskanselier. Met de machtigingswet, die na de Rijksdagbrand werd aangenomen, zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde. 

Slide 21 - Slide

Begrippen uit deze les

  • Rijksdagbrand
  • Machtigingswet

Slide 22 - Slide

Personen uit deze les

  • Marinus van der Lubbe
  • Adolf Hitler

Slide 23 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1933: Hitler wordt minister-president

Slide 24 - Slide

Kenmerkend aspect 
het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën  communisme, fascisme en nationaal-socialisme 

Slide 25 - Slide

Opdracht 2

  • Vouw een a4 in 3 gelijke delen.
  • Schrijf de drie totalitaire ideologieën op.
  • Schrijf bij elke totalitaire ideologie zoveel mogelijk kenmerken.
  • Waarom

Slide 26 - Slide

bron 3
Welk kenmerk zit er in deze bron?
Schrijf het kenmerk op en geef 1 argument uit de bron.

Slide 27 - Open question

Toepassingsvragen, kenmerken fascisme en nationaal socialisme
De volgende vragen gaan over de kenmerken van fascisme. Geef per bron aan welke kenmerken je tegen komt. 

Slide 28 - Slide

Bron 4 
De jeugd organisatie van de NSDAP, de Hitler Jugend, aan het oefenen.

Slide 29 - Slide

Een uitspraak: 'Hitler is op democratische wijze aan de macht gekomen.'Noem een argument vóór deze uitspraak.
A
Voor: Hitler is door president Hindenburg zelf kanselier gemaakt en dus democratisch aan de macht gekomen.
B
Voor: De NSDAP was bij de verkiezingen begin jaren dertig de grootste partij geworden. Hitler werd dus op democratische wijze kanselier.
C
Voor: De socialisten en communisten mochten niet in de regering komen, daarom werd de NSDAP de grootste partij.

Slide 30 - Quiz

Welke van deze zinnen uit bron 1 klopt niet?
A
De zin: Op 7 december 1941 valt Japan de Amerikaanse vloot op Hawaï aan om zo toegang te verkrijgen tot de grondstoffen van de Europese koloniën in Azië: Amerika en Europa zijn nu in oorlog met Duitsland en Japan.
B
De zin: De opmars van Duitsland in Rusland wordt gestopt doordat Rusland met Duitsland een non-agressiepact sluit.
C
De zin: Ook in Egypte worden de Duitsers verslagen in de slag bij El Alamein.
D
De zin: Vanuit het westen vallen de Amerikanen en Engelsen op 6 juni 1944, D-Day, de Atlantikwall langs de Europese westkust aan.

Slide 31 - Quiz

Inzicht vragen
Bij de volgende  vragen kun je je boek  gebruiken.

Slide 32 - Slide

Een uitspraak: 'Hitler is op democratische wijze aan de macht gekomen.'Noem een argument tégen deze uitspraak.
A
Tegen: Hitler had met misleidende propaganda zijn meerderheid in het parlement behaald en zo op niet-democratische wijze zijn machtsovername geregisseerd.
B
Tegen: Hitler heeft de top van zijn eigen SA laten vermoorden, daardoor is hij op niet-democratische wijze aan de macht gekomen.
C
Tegen: Hitler schakelde de grondwet uit en maakte het parlement machteloos na de brand in de Rijksdag. Daarmee eindigde de democratie en werd Hitler alleenheerser.

Slide 33 - Quiz

Bron 2
Fragment uit de slotrede van de partijdagen van de NSDAP in 1934, Hitler en Hes (plaatvervanger van Hitler) sluiten af.

Hiter:
“De partij zal voor de verdere toekomst de politieke leiderelite van het Duitse volk zijn. Het doel moet echter zijn: alle fatsoenlijke Duitsers worden nationaal-socialisten, slechts de beste nationaal-socialisten worden partij genoten.”

Hess sluit de bijeenkomst af met de woorden:
“De partij is Hitler, Hitler echter is Duitsland, zoals Duitsland Hitler is! Sieg Heil, sieg Heil, Sich Heil!”

Slide 34 - Slide

Welk kenmerk zit er in bron 6?
Schrijf het kenmerk op en geef 1 argument uit de bron.

Slide 35 - Open question

Bron 5
Fragment uit een bespreking tussen Hitler, de bevelhebbers, de minister van oorlog en de minister van buitenlandse zaken, op 5 september 1937.

Het doel is Duitse politiek is het veilig stellen en het in standhouden van de bevolking en haar groei. Dus gaat het om het probleem van de ruimte. De Duitse volksmassa beschikt over 85 miljoen mensen en heeft meer dan andere volkeren het recht op een grotere leefruimte.
Dat elke uitbreiding van ruimte alleen dor breken van tegenstand plaats kan vinden, heeft de geschiedenis van alle tijden – Romeinse wereldrijk, het Britse Imperium – bewezen. Alleen de weg van het geweld kan het Duitse probleem oplossen.

Slide 36 - Slide

bron 2
Welke 2 kenmerken zitten er in deze bron?
Schrijf het kenmerk op en geef per kenmerk 1 argument uit de bron.

Slide 37 - Open question

Bron 3

Kort na het aan de macht komen van de NSDAP in 1933 sprak de minister van voorlichting en propaganda, Goebbels over de rol van de radio in een nationaal –socialistische samenleving.



Goebbels:
“We maken er helemaal geen geheim van, de radio behoort aan ons – en niemand anders. En de radio zullen wij in dienst stellen van ons idee en geen ander idee zal hier aan het woord komen.”
“Om te geloven dat er weer eens tijd zou komen wanneer elke partij weer de gelegenheid zou krijgen zijn eigen ideeën zou kunnen brengen is kinderlijk.”



Slide 38 - Slide

Bron 6


Een huwelijks advertentie in een Duitse krant, de ‘Münchner Neueste Nachrichten’van 25 juli 1940




52 jarige, zuiver Arische arts, deelnemer bij de slag om de Tannenberg (tyn  belangrijke slag tijdens WOI), die zich op het platteland wilt vestigen, wenst zich mannelijk nageslacht door een huwelijk met een gezonde Arische vrouw. Een maagdelijk, jonge, bescheiden, spaarzame huisvrouw die gewend is aan zware arbeid, brede heupen, lage hakken , geen oorringen en het liefst zonder eigendom.

Slide 39 - Slide

bron 4
Welke 2 kenmerken zitten er in deze bron?
Schrijf het kenmerk op en geef 1 argument uit de bron.

Slide 40 - Open question

bron 5
Welke 4 kenmerken zitten er in deze bron?
Schrijf het kenmerk op en geef 1 argument uit de bron.

Slide 41 - Open question

bron 1
Welke van deze zinnen klopt niet?

Geef antwoord met volgende slide.
Op 7 december 1941 valt Japan de Amerikaanse vloot op Hawaï aan om zo toegang te verkrijgen tot de grondstoffen van de Europese koloniën in Azië: Amerika en Europa zijn nu in oorlog met Duitsland en Japan.
De opmars van Duitsland in Rusland wordt gestopt doordat Rusland met Duitsland een non-agressiepact sluit.
 Ook in Egypte worden de Duitsers verslagen in de slag bij El Alamein. 
Vanuit het westen vallen de Amerikanen en Engelsen op 6 juni 1944, D-Day, de Atlantikwall langs de Europese westkust aan. 
Na de verovering van Berlijn door de geallieerde troepen pleegt Hitler zelfmoord en geven de Duitsers zich over.
 Pas na de atoombom op Nagasaki komt ook aan de oorlog met Japan een einde.

Slide 42 - Slide