Klas 3 BWS - H6 bron C

Chapitre 6 - bron C
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapitre 6 - bron C

Slide 1 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 2 - Slide

Na deze les:
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord in het NL & FR is
- weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt in het FR 
- Weet je eindelijk wat de woordjes ce / cet / cette / ces betekenen :)

Slide 3 - Slide

Laten we eerst beginnen met het ophalen van voorkennis.
Weet je nog wat een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands is?
Klik in de lessonup op dit icoontje voor het geluidsfragment

Slide 4 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 5 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 6 - Quiz

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw
Klik op het geluidsicoontje

Slide 7 - Slide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappenplan aanwijzend vnw
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [ x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
Stap 2: is het woord vrouwelijk?  --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 10 - Slide

Aanwijzend vnw 
* De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

En nu even oefenen:

Slide 13 - Slide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 14 - Drag question

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 15 - Quiz

________ autographe [mannelijk]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 16 - Quiz

______agenda [m]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 17 - Quiz

________ filles [v]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 18 - Quiz

_______ billet [m]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 19 - Quiz

______ soirée [v]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 20 - Quiz

garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 21 - Quiz

_____ acteur [m]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 22 - Quiz

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 23 - Quiz

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 24 - Quiz

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 25 - Quiz

________ dame (v)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 26 - Quiz

chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 27 - Quiz

______ salade (v)
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Maandag - les devoirs
Vandaag voor 17.00 uur boekverslag inleveren.
Maandag voor 9.00 uur H6 13 + 14 maken.
Eventueel al bezig met het tweede boekverslag.

Slide 30 - Slide