Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefentoets H6
Goedemorgen allemaal.
Slide 1 - Slide
Geef een voorbeeld van arbeidsintensieve en kapitaalintensieve productie?
Slide 2 - Open question
Dit is bakker Jan, welke 4 productiefactoren zijn er en beschrijf de productiefactor voor de bakkerij.
Slide 3 - Open question
Wat is informele productie
Slide 4 - Open question
Maak de bedrijfskolom .
Boer
Groothandelaar aardappels
Patat fabrikant
groothandel
cafetaria
1
2
3
4
5
Slide 5 - Drag question
Je ziet hier en bedrijfskolom, je ziet de verkoopprijs aan de volgende schakel. Wat is de toegevoegde waarde van de weverij?
Slide 6 - Open question
De weverij neemt de kledingfabriek over. Hierdoor kan hij het product voor 24 euro verkopen aan de groothandel. Wat is de toegevoegde waarde van deze nieuwe (samengevoegde) schakel?
Slide 7 - Open question
Jij hebt een dikke vette BMW gekocht voor de zaak, deze koste bij aanschaf €75.000,- na er 6 jaar in te hebben gereden verkoop je de BMW voor €27.000,- hoeveel heb je per jaar afgeschreven op de BMW?
A
8000
B
54000
C
48000
D
9000
Slide 8 - Quiz
in 2016 was Volkswagen marktleider in autoland met 21% van de markt, ze verkochten dat jaar 18.000 Volkswagens. Nr. 2 was Peugeot met 18%, Hoeveel auto's verkocht Peugeot (afronden op helen).
Slide 9 - Open question
geef een voorbeeld van een concrete markt en een abstracte markt?
Slide 10 - Open question
Geef de correcte omschrijving van een huizenmarkt.
Slide 11 - Open question
Jan verkoopt tassen, in 2016 verkoopt hij een tas voor 8,25 p/s, hij verkoopt er 2.000. in 2017 verhoogt hij de prijs met 15%, door deze prijsverhoging verkoopt hij nog maar 1500 tassen. Was dit een slimme zet, wat is de omzet in 2016 en 2017(met berekening)?
Slide 12 - Open question
Van een bedrijf is het volgende bekend: Omzet 300.000 Inkoopwaarde 100.000 Brutowinst Bedrijfskosten 50.000 Nettoresultaat bereken bruto en nettowinst
Slide 13 - Open question
Jan verkoop een tassen voor 1115 exclusief btw Hij koopt deze in voor 550 euro, bereken de brutowinstmarge in euro's en %
Slide 14 - Open question
Hoe berekend je de verkoop en de consumentenprijs
Slide 15 - Open question
Van een tas van tassen Henky is het volgende bekend: inkoopprijs €460,- brutowinstmarge €220,- btw 21% wat is de consumentenprijs?
Slide 16 - Open question
Sleep alle bedrijfskosten in het vak
Bedrijfskosten
Geen bedrijfskosten
reclamekosten
afschrijving
BTW
grondstoffen
Slide 17 - Drag question
Sleep het juiste in het vak
overbezetting van de productiecapaciteit
onderbezetting van de productiecapaciteit
te veel werk
te weinig personeel
te weinig werk
te veel personeel
Slide 18 - Drag question
De fietsfabriek maakt 600 fietsen per week, Er werken 5 mensen 40 uur per week Wat is de arbeidsproductiviteit per uur
Slide 19 - Open question
De directeur van de fietsfabriek beslist dat de werkweek naar 42 uur gaat. Nu maken ze 610 fietsen per week, Er werken nog steeds 5 mensen Wat is de arbeidsproductiviteit per uur nu? Is die verbeterd?